zondag 31 mei 2009
OB. Ik zal terugkomen, met een dweil.
Ik belde aan bij Kees. Kees zou mij de sleutel overhandigen van het Otium, een bouwwerkje in het landschap nabij Hoogezand gebouwd door Het Observatorium ter aanleiding van de sems kunstlinie (grens tussen Groningen en Drnthe). Aangezien het mijn taak is de huidige stand van zaken op te nemen had ik besloten daar een nacht door te brengen. Kees deed open. Hij had een ontbloot bovenlijf en stak zijn gebruinde buik provocerend naar voren. Een maand of wat geleden was me iets dergelijks overkomen toen ik in de Haagse nieuwbouwwijk Ypenburg aanbelde bij Herman van der Helm. Herman woonde daar al lang voordat er sprake was van een nieuwbouwwijk en hield er wat dat aangaat ook gewoontes op na die duidelijk uit het pre vinex tijdperk stamden.
Herman had niet alleen triomfantelijk zijn buik naar voren geschoven, maar eigenlijk alles wat hij in huis had. Het was dan ook niet de buik van Kees waar ik even van terugdeinsde maar het feit dat er een scheur van zijn mond tot over zijn wang liep. De scheur leek nog maar kort geleden gehecht te zijn. De sleutel zat aan een pluizige roze sleutelhanger en hij overhandigde die aan mij met de mededeling dat hij er zelf al heel lang niet was geweest. ‘Er zouden nog wel eens bevers in kunnen wonen, die zijn hier net uigezet.’ Hij zei het lachend, maar door die snee in zijn wang kreeg die lach een merkwaardige kunstmatigheid.
Het Otium was omwoekert door brandnetels en ander onkruid. De binnenwand van het slaapvertrek was gemaakt van triplex en oranje geschilderd. Her en der slingerden, als vergeten broodkorsten, dichtregels over de wand. ‘Onder alle lagen toegedekt met het puin van de dagen’. Ik geloof niet dat ik een voorstander ben van teksten op gebouwen, zeker niet als ze doen denken aan de regels van een grafschrift. De vloer moest nodig gedweild worden en het matras had merkwaardige vlekken, ook was er aan de onderkant geknabbeld. Dit klinkt misschien wat negatief, maar dat ben ik geenszins. Het Otium biedt eigenlijk geweldige mogelijkheden voor een autarkisch experiment. Juist als het gaat om contemplatie zou je dit gebouw zo onafhankelijk mogelijk moeten inrichten. Zonnepanelen op het dak en gestapelde kassen in de toren. Het wordt tijd dat het Otium een nieuwe fase ingaat. Ik heb me laten vertellen dat je ongeveer dertigduizend euro nodig hebt om de nodige aanpassingen te doen en er zijn al enthousiaste partijen. Ik besloot daar vandaag toch maar niet te blijven. Maar ik zal terugkomen, met een dweil.