zondag 28 september 2008

Bospolitie


Eén van de voordelen van de natuur is dat je lekker aan de stad kan ontsnappen. Even geen verkeer, laat staan verkeersrgels. Gewoon fietsen. Toch hebben we het voor elkaar gekregen om midden in het bos een bekeuring te krijgen. Het bos, onderdeel van de kroondomeinen, bleek in deze periode niet toegankelijk te zijn voor publiek omdat de dieren rust nodig hadden. Bovendien werd er nu ook op ze gejaagd (niet op zondag gelukkig). Ik geloof niet dat wij de herten en wilde zwijnen erg veel stress hebben bezorgt, zeker niet meer stress dan een jager het wild zal bezorgen als hij daar met honden en een geweer achteraan gaat. Maar de bospolitie is wat dat betreft net zoals de echte politie, ze sluiten zich het liefst af voor dat soort externe redeneringen. Want regels zijn regels. Dit gaat ons 65 euro kosten. Op 1 manier waren ze misschien toch anders dan de stadspolitie, want ze wilden niet zo ver gaan om ons ook een boete te geven voor het niet bij ons hebben van een identiteitsbewijs terwijl ze die bevoegdheid wel hadden, zeiden ze.

vrijdag 26 september 2008

De toekan lacht tenminste


In het kader van de Internationale Triennale Apeldoorn organiseerde het Fonds Beeldende Kunst een debatreeks over de sociale betekenis van het landschap. Vandaag was de laatste dag in de reeks en ging over de sociale betekenis van de snelweg. Na een hoop goed bedoeld gebabbel nam Melle Smets de taak op zich om het gezelschap door de echte sociale dimensies van de snelweg te leiden. Zo kwamen we bij Frans op de Bult, een trucker restaurant met douches en een souvenirswinkel. Je kan daar koffie bal bestellen. En het is precies wat je denktdat het is. Net zoals macaroni babipangan, maar weinig aan de verbeelding overlaat.
De streekcultuur die snelweg heet, is ook op culinair gebied een verrassing. Smets vertelde dat ze ook met de oude van der Valk hebben gesproken en ze vroegen hem hoe hij nou aan die toekan kwam.
“Gerrit, je heet van de Valk, waarom heb je dan een toekan gebruikt als boegbeeld?”
“nou, het zijn allebei vogels en de toekan lacht tenminste.”

donderdag 25 september 2008

Erger dan anders


Arnon Grunberg heeft zich eens weinig geliefd gemaakt onder een groep niet gepubliseerde
schrijvers door ze mee te nemen naar een boksschool. De niet gepubliceerde schrijvers hadden natuurlijk gehoopt dat de heer Grunberg 1 of ander geheim met ze zou delen over hoe je tot de ranken van gepubliceerde schrijvers kunt toetreden. Volgens mij heeft hij precies het goede gedaan. Een paar klappen op je kop doen je beseffen dat je leeft. De volgende keer zou hij ook met een groep studenten of geïnteresseerden van een brug kunnen springen. Ik heb daar zelf onlangs erg goede ervaringen mee gehad. In zeeburg, een nieuwbouwwijk van Amsterdam, staat een geschikt exemplaar. De srpong vanaf de rand in het water is ongeveer twaalf meter. Je moet dan echt even iets overwinnen. Maar daar knap je wel van op. Ik had voor het eerst sinds tijden het gevoel weer te leven. De netwerkborrel met architecten later die avond werd een ramp. Met een natte boxershort onder je bagagedrager en de sprong nog in je hoofd, is het architectengelul nog erger dan anders.

Someday


Ik heb het al eerder op deze plek gewezen op het boek 'The Great Crash of 1929’ van John Kenneth Galbraith (zie post het land van iets voor niets).
http://cultuursteppe.blogspot.com/2008/02/unemployed-men-vying-for-jobs-at.html
En het blijft een boek om zo nu en dan eens uit te citeren, vooral nu er misschien wel een crash op handen is. Wat te denken van deze zin: (XXi)”Above all, it is evident that the capacity of the financial community for ignoring evidence of accumulating trouble, even of wishing devoutly that it might go unmentioned, is as great as ever.”
Of deze natuurlijk:’ So someday, no one can tell when, there will be another speculative climax and crash.’

dinsdag 23 september 2008

Hij had geen eigen geld



De geldstroom richting mijn bankrekening is zo goed als opgedroogd. Oké, hij is geheel opgedroogd. Daarom werd het tijd voor drastische maatregelen. Zodoende kwam het dat ik gisteren om kwart over acht aanbelde bij een bedrijf in Rijswijk dat zich Dedicon noemt. Ik had een afspraak met Kees Boon, supervisor audioproductie voor mijn stemtest. Dedicon, ik weet niet waarvoor het staat, maakt luisterboeken voor blinden en andere geïnteresseerden. Aan de telefoon had Kees Boon gevraagd of ik acteerde. Of nee, het ging anders. Hij zei dat ze al heel veel aanmeldingen hadden gehad en dat ze nu alleen nog maar mensen wilden testen die al enige acteerervaring hadden en hij vervolgde: ’Ik hoop dus dat jij me nu gaat zeggen dat je acteer ervaring hebt.’ Omdat ik mensen niet graag teleurstel heb ik maar ja gezegd. Ik kreeg een tekstje opgestuurd waar ik een beetje mee mocht oefenen. Het bleek om een fragment te gaan uit het boek doodsklokken van de Zweedse schrijfster Kerstin Ekman en begon zo: ”Pelle märd was alleen thuis. Hij had geen eigen geld en hoefde dus ook nergens zijn handtekening onder te zetten. Zijn vader was van mening geweest dat het voor hem geen zin had om mee te gaan naar de stad en naar de bank.”
Bij aankomst mocht ik meteen beginnen. Kees zei tegen me dat ik het maar zo spannend mogelijk moest brengen. Ik ben bang dat mijn stem van de spanning oversloeg. Aangezien er maar tien voorlezers worden aangenomen van de zestig aanmeldingen, kunnen we deze poging alvast bijschrijven in het kerkhof van pogingen tot arbeidsparticipatie. Zo reed ik weer terug naar Den Haag zinnend op een manier om nou toch eindelijk eens door te breken. Ik wist dat het elk moment kon gebeuren, maar wanneer? Op de Rijswijkse weg werd ik midden in mijn strategische overpeinzingen tot het sterdom aangehouden door een agent. Hij scheen de onbedwingbare behoefte te hebben mij te bekeuren voor het rijden zonder licht, maar het drong nauwelijks tot me door. Ik zei alleen maar: ‘Hij had geen eigen geld en hoefde dus ook nergens zijn handtekening onder te zetten.’

donderdag 18 september 2008

Amante


Toen ik in Madrid was om onderzoek te doen voor een stuk over de Spaanse buitenwijken kwam ik bij het beroemde MVRDV gebouw een oude man tegen (ik schatte hem eind zeventig). Hij droeg een stoel in zijn armen die hij ergens had laten maken. Toen ik hem vroeg wat hij van het gebouw vond begon hij te zuchten en ging er zelfs even bij zitten.
‘Het mag een godswonder heten dat er nog niemand is dood gegaan. De tegels vallen zomaar van de buitengevel af. En dan de wind die je constant hoort, afschuwelijk.’
Zijn zoon heeft de woning voor hem gekocht, maar hij vertelde met trots dat hij ook nog een appartementje in het centrum van Madrid aanhoudt voor een wekelijkse rendez vous met zijn amante, waar hij dankzij de viagra nog een hoop plezier mee kan beleven.
De geneugten van de stad blijken toch moeilijk te overtreffen.

woensdag 17 september 2008

Prinsjesdag



Halverwege mijn gebruikelijke hardloopronde door Clingendael, schoten er plotseling helse pijnen door mijn rechterknie. Het was zo erg dat ik bang was niet meer thuis te komen. Ik werd nota bene ingehaald door een mompelend oud vrouwtje achter een rolator. Daarom ging ik maar even aan de rektstok hangen om arm en borstspieren te trainen. Terwijl ik daar zo hing, kwam er een groepje hondeneigenaren voorbij. Ik krijg dan altijd het gevoel aan het schavot te hangen op een middeleeuws marktplein. Mensen krijgen anmelijk onmiddelijk de behoefte allerlei dingen te roepen in de trant van 'hup, hup' of 'zoooheeee dat is knap'. Dit keer werd ik verrast door een kerel met een bierblikje in de hand die buitengwoon verrast uitriep: Hee ik heb precies dezelfde zwembroek, dat is toevallig!'. Daar ging mijn concentratie. Toen ze weer uit zicht waren probeerde ik met mijn volle gewicht op mijn rechter been te leunen. Hierop stortte ik grimassend ter aarde (Met enig gevoel voor dramatiek, dat wel). Zou ik te weinig gestretcht hebben? De waarheid is dat ik nooit veel aandacht besteed aan het losmaken van spieren en dergelijke. Maar dit had ook niet zoveel met spieren te maken, het leek uit het binnenste van mijn kniegewricht te komen. Misschien lag het dan toch aan mijn schoenen, die dingen waren zeker tien jaar oud. Getuige het feit dat ik in een zwembroek loop, geef ik maar weinig geld uit aan hardloopspullen. Maar misschien waren nieuwe schoenen geen slecht idee. Nadat ik het Arendsbos was uitgestrompeld stuitte ik op een klein bataljon in galakostuum. Ze liepen strak in het gelid met hun machette geweren over de schouder en met witte pluimen op de hoed. De pakistaanse taxichauffeuers leunden tegen hun mercedessen en keken van over hun dikke buiken toe. Ik strompelde langs in mijn zwembroek.

dinsdag 16 september 2008

De kunst van het lijden



Zoals C. Balard in de jaren zestig in zijn literaire werk de schoonheid van de car crash zou bezingen zo deed de Spaanse schilder Ponce de Leon dat al in 1936 met zijn schilderij 'ongeluk'.
Iedere keer als ik dit schilderij zie moet ik denken aan de kruisiging van Jezus. Het komt door de blik in de ogen van het slachtoffer en zijn sierlijke houding. Hij zal helse pijnen lijden, maar hij heeft een serene of onverschillige blik in de ogen en een licht ironisch glimlachje om de mond. Waarschijnlijk is hij ook al dood. Met zijn linkerhand graait hij in een stekelbosje dat doet denken aan een doornenkrans. Maar ook het paaltje waarop staat ‘verboden’ doet mij op een vreemde wijze denken aan al die schilderijen waar jezus op staat afgebeeld. Ook daar zien we dikwijls een nog een soort bordje (onder de voeten van Jezus bijvoorbeeld) met een tekst erop. In het jaar dat de Ponce de Leon dit schilderij maakte, kwam hij om het leven door een ernstig auto ongeluk. Hoe noem je dit, een selfulfilling self-portrait ?

maandag 15 september 2008

Nieuwe putdeksel



Bovenstaand testbeeld wordt volgens mij nooit meer op de tv getoond. Wat daarvoor de reden is weet ik niet, er gaat wellicht minder mis of ik kijk te weinig televisie om er nog eentje te kunnen betrappen. Toch is het een aardig beeld en het zou wellicht dienst kunnen doen als putdeksel van het rioool, al was het maar om de symbolische waarde.

zaterdag 13 september 2008

Als je een beetje kan kaarten


Gisteren sprak ik een vriend van me die net terug is uit Iran. Hij is met zijn vriendin vanaf Istanbull met de trein naar Teheran gereden. Die treinrit duurde vier dagen en de passagiers aan boord vormen eigenlijk de Iraanse samenleving in het klein, inclusief de onderlinge etnische spanningen. Ze raakten een beetje bevriend met een hele aardige groep Turkmenen waar ze wat kaart mee speelden. Later bleken het vrijheidsstrijders te zijn. Een man liet alle verwondingen en kogelgaten op zijn lichaam zien. Toen deze groep van boord ging werden ze gewaarschuwd voor een andere groep Turkmenen die volgens een van de vrijheidsstrijders levensgevaarlijk was. Hij gaf mijn vriend een mes. Geen scherp vleesmes, maar gewoon een huis tuin en keukenmes die je aantreft in iedere bestekla. Toch attent van zo'n man. Het mes hoefde gelukkig niet gebruikt te worden ter verdediging want deze groep Turkmenen bleek al net zo aardig als de vorige groep. Ook met de mensen hebben ze gekaard.
Mocht je ooit door het midden oosten gaan reizen dan is het dus verstandig om een pak kaarten mee te nemen. Al betwijfel ik of je een bende losgeslagen janjaweedstrijders tot bedaren kunt brengen met een potje poker, maar je weet het niet. Je komt er allicht verder mee dan met een opgeheven broodmes.

zaterdag 6 september 2008

Gelijker dan anderen


Iran mag graag het westen provoceren. Al heeft de Ahmadinejad geen echte macht, dat zijn nog altijd de religieuze leiders zoals Khameni.
In where to invade next, mijn favourite gidsje over America’s buitenlandbeleid, staat dat ‘some opposition groups exist, but they are closely watched and effectively impotent’.
Dat blijkt niet helemaal waar te zijn. Vandaag las ik in de krant dat vrouwen organisaties en de rechterlijke macht met succes de nieuwe wet voor versoepeling van ‘veelwijverij’ hebben tegen gehouden. Terwijl dit wel is toegstaan volgens de islam. Misschien is polygamie wel het breekijzer waarmee de Iraniërs regime change tot stand kunnen brengen. Leuk om te zien dat in Nederland tegelijkertijd ook een soort regime change plaats vindt bij de gerechtelijke macht. Moslim advocaten hoeven niet langer op te staan voor de rechter, omdat volgens de islam iedereen gelijk is. Je blijft wat af interpreteren met die islam. Iedereen is gelijk, maar de moslim advocaat is gelijker dan anderen. Want als je blijft zitten en de rest gaat staan dan maak je van jezelf toch juist een uitzondering en zeg je toch eigenlijk dat jij niet gelijk bent aan je collega’s? De moslim advocaat is niet gelijk, hij heeft vooral het gelijk aan zijn kant. En dat is een kwalijke eigenschap, zeker voor een advocaat.

donderdag 4 september 2008

Het was dinsdag


De internetondernemer, de depresivist, de kunstler en de werkloze kwamen bij elkaar in het huis van de internetondernemer om een boekconcept te bespreken dat een bestseller zou worden. Het werd laat en er werd veel gedronken. Blijkbaar hoefde niemand vroeg op. De internetondernemer werkte immers van huis en had flexibele werktijden. De depresivist was depressief, bij de kunstler moesten ideeen sowieso een tijdje in zijn hoofd rijpen en wel ja de werkloze had de komende tijd ook maar weinig te doen. De heren verkeerden in een roes. Als het boek er zou liggen zouden ze rijk en beroemd worden. Goed, eerst moest het ding nog geschreven worden. Met een kater.

Heroïnehoer


Er zijn plekken die zo zijn opgeladen met negativiteit dat het niet uitmaakt of de zon schijnt dan wel dat het hagelt of sneeuwt, je wordt er acuut chagrijnig van.
Voor mij staat het Kurhaus voorlopig op nummer 1. Niet omdat de koffie niet te drinken is, of omdat het belachelijk duur is, of dat het meubilair spuug lelijk is (rotan stoelen met café au lait kleurig neplederen zitting). Het ergste is nog wel het gebouw zelf, of liever gezegd wat ze ervan gemaakt hebben. Van binnen en van buiten volstrekt verkracht, alle muren zijn opgebouwd met de meest goedkope fabrieksbaksteen die er te vinden is, deurklinken zijn lelijk, nooduitgangen, wenteltrappen en serres waar de tranen van in je ogen springen. Kapot gerestaureerd. Het Kurhaus is de heroïnehoer van monumentenzorg.