dinsdag 29 juli 2008

Waar de coach ophoudt


In de New York Times las ik in de arts section een artikel over de terugkeer van kinderboekenschrijver Tomi Ungerin in de Amerikaanse boekhandels. Hij was er ooit uit verdwenen omdat zijn persoonlijkheid niet leek te passen bij de prototypische kinderboekenschrijver. Volgens Amanda Renshaw, van Phaidon’s editorial, werd in de VS blijkbaar niet gewaardeerd dat een kinderboekenschrijver ook andere interesses heeft zoals seks en politiek en daar bovendien eerlijk over is en daar over schrijft. Een van zijn meest recente boeken is een non fictie uitgave met interviews die hij heeft gehouden met ‘meesteressen’ in een bordeel vlakbij Hamburg. Over die dames zegt hij: “Fine women. Fine ladies. They do the job where the psychiatrists stop, you know?”

Dat is een interessante analyse. Veel mensen houden er tegenwoordig een personal coach op na. Ik ken zelfs mensen die een coach meer serieus nemen dan zichzelf. Ze luisteren naar de coach als deze zegt dat ze er geen seksuele relatie op na moeten houden op de werkvloer. Wat een simplistische gedachtengang: Alsof het leven op die manier om de tuin te leiden is.
De werkvloer is een podium voor intieme relaties net zo goed als iedere andere vloerdat is. Het leven begint waar de personal coach ophoudt.



http://www.nytimes.com/2008/07/27/arts/design/27kenn.html?ref=arts

maandag 28 juli 2008

Een kleine faculteit



Gisteren sprak ik een Mexicaanse vriendin van mijn vriend de dichter/ callcenter medewerker. Zij vertelde mij dat ze filosofie heeft gestudeerd in Juarez Mexico. Bij haar in de klas zaten twee goede vrienden van elkaar: de een was een narco (iemand die drugs over de grens transporteert) en de ander een politieagent. Omdat ze niet heel erg goed konden meekomen met de les, heeft ze bijde vrienden vaak geholpen bij het maken van papers en hun huiswerk.
Op een dag zag zij in de krant dat de politie een grote hoeveelheid marihuana had onderschept.
"Op de foto zag je het in heerlijke dikke slierten liggen. Ik en mijn vriendinnen vroegen ons af, wat er met dat spul gebeurt was."
De volgende dag zei de filosofie studerende politieagent dat hij iets voor haar had meegenomen en dat ze even met hem mee moest lopen naar zijn auto. "Hij deede de achterbak open en ik kon wel huilen van blijdschap, de tranen liepen echt over mijn wangen, want daar lag het spul dat we de vorige dag nog in de krant hadden gezien. Dit was zijn manier om mij te bedanken dat ik hem had geholpen met zijn huiswerk."
Ik vroeg haar of de narco haar op vergelijkbare wijze bedankte. Ze zei van wel maar dat de narco meer in de cocaïne business zat en dat interesseerde haar niet zo.

Zelf heb ik filosofie gestudeerd in Groningen en ik kom er steeds meer achter dat dit een fout is geweest. Grensgebieden zoals tussen Mexico en de VS of Israel en Palestina, plekken waar de realiteit zich constant te pas en te onpas aan je opdringt, zijn bij uitstek geschikt om Schopenhauer of voor mijn part Michel Foucault te lezen. Een kleine faculteit op Guantanomo Bay zou het volgens mij ook goed doen.

zaterdag 26 juli 2008

Poplegende



Vandaag werd ik wakker in het huis van een vriend van mij ergens in een rustige woonwijk van Madrid. Op weg naar een restaurant om te lunchen kwam mijn vriend constant mensen tegen die hij kende, zoals Fransisco de mopperaar die een hekel heeft aan de zon. Op hem heeft de opmerking "lekker weeertje he?" een bijzondere uitwerking. Nog maar een paar straten van het restaurant verwijderd zagen we een rat die een beetje aan het scharrelen was bij een muurtje. Mijn vriend vond dit zo smerig dat hij naar de andere kant van de straat liep. Hij wist niet zeker of hij nog wel kon eten na het aanschouwen van de rat. Ik vond het wel meevallen, de rat zag er goedgekamt uit en leek niet bang voor mensen. Hij was een keurige inwoner van deze rustige wijk. De rat wist zich te gedragen. In het restaurant kwamen we de poplegende Tony Luz tegen die in hetzelfde gebouw woont als mijn vriend. Hij zat met zijn zoon aan een tafeltje en nodigde ons uit om bij hen te komen zitten. De poplegende zag er goed gewassen uit en hij had zijn dunne slierterige haar naar achteren in zijn nek gekamt. Ook de poplegende wist zich te gedragen. De polegende had een groot hoofd en op de een of andere manier klopte dat ook wel. Zoals het kapsel van Beatrix hoort bij de koningin, zo hoort het grote hoofd bij de poplegende. In de jaren zestig zat Tony Luz in een band die door sommigen wel de Spaanse Beatles werd genoemd. Nu woont hij met zijn zoon in een klein appartement en vangt hij zo nu en dan nog wat provisies van oude nummers die hij heeft geschreven. Maar hij wordt door de postfrankistische jeugd niet langer herkend op straat en dat is wel even slikken voor een poplgende met een groot hoofd. Hij was ten slotte de man van het liedje waarmee Spanje in 1971 tweede werd op het eurovisie songfestival.

donderdag 24 juli 2008

Haar



“Ik verlies altijd hele grote plukken haar bij het borstellen”, zei de afgevaardigde van het instituut Cervantes in Bordeaux tegen mij. “Maar dat maakt niet uit want ik heb er heel veel van. Mensen in het zuiden van Europa hebben over het algemeen een betere kwaliteit haar dan mensen in het noorden van Europa.”

Stedelijke Liefde


In het nachtleven maak je geen echte vrienden vertelde een bevriende dichter en call center medewerker. Iedereen die je in het nachtleven leert kennen bevindt zich ten slotte in beschonken toestand. Daar komt bij dat in de Madrileense dichtersbar Club Bukowsky, waar deze vriend vaak heen gaat, voornamelijk dichters en randfiguren rondhangen die al dan niet worstelen met hun identiteit en daarbij constant flirten met de dood. De dichter postbode ‘Oscar’ viel kort geleden van het perron af op de rails van de trein. Hij kwam precies zo terecht dat de locomotief en de wagons zonder problemen over hem heen is gereden. Hij had nog geen schrammetje. Dat zijn mensen waar je op den duur beter afstand van kunt nemen voor je eigen bestwil. Mijn vriend gaat 12 september met een beurs naar Davis California voor een onderzoek naar Spaanse poezie. Veel Spaanse dichters uit de tijd dat Spaanse dichters en dichters in het algemeen er nog toe deden (begin twintigste eeuw) kwamen van het platteland. Dat betekende dus vooral gedichten waarbij de kwaliteiten van het platteland verbonden werden met het leven, de liefde en de schoonheid. Allemaal hebben ze op een bepaald moment kennis gemaakt met de grote stad en op dat moment veranderde iets hun poezie. Hij gaat onderzoeken hoe het concept van de 'stedelijke liefde' tot uitdrukking komt bij deze dichters. In de laatste metro terug naar het hotel bedacht ik me pas wat stedelijke liefde precies zou kunnen betkenen. Is dat niet juist het flirten met de dood?

Hier volgt de eerste strofe van het gedicht Schreeuw naar Rome toe dat Lorca schreef tijdens zijn verblijk in New York in 1929.

Schreeuw naar Rome toe

Van boven uit het Chrysler Building

Appels door scherpe zilveren degens
licht gewond,
wolken verscheurd door een hand van koraal
met een amandel van vuur op de rug,
vissen van vretend arsenicum als haaien,
haaien als vallende tranen, genoeg om een menigte blind te maken,
rozen die kwetsen,
en naalden geprikt in buizen van bloed,
vijandige werelden, liefdes met wormen bedekt
vallen op je neer. Ze vallen neer op de grote koepel
die militaire tongen met olie zalft,
waar een man op een helwitte duif plast
en kolengruis spuwt
omringd door duizenden plechtige klokjes.

dinsdag 22 juli 2008

Nullen achter de komma


Bij het ontbijt vertelde een dikke vrouw uit Bremen dat ze ’s morgens altijd met fruit begon. Dat klopte, wat haar er niet van weerhield na het fruit gebakken eieren met spek naar binnen te werken. Sympathieke vrouw dat wel.
Carlos Salem, eigenaar van de Bukowsky club, is schrijver van zwarte romans. Althans als dat de juiste vertaling is van novela negra. Het komt erop neer dat het hier om spannende boeken gaat. Voor het voorlaatste boek dat hij schreef heeft hij een belangrijke Spaanse literaire prijs gekregen. Ik vroeg aan een vriend van mij, die hem goed kent omdat hij behoort tot de inner circle van Bukowksy dichters, of dat betekende dat hij hiermee ook een groot geld bedrag heeft gewonnen. Hij zei van niet, maar de prijs heeft daarom juist wel veel prestige. Zodra in Spanje een literaire prijs gepaard gaat met geld dan betkend het niet zoveel meer omdat diegene die wint dan bijna altijd goede contacten heeft met iemand in de jury. Ik vond het moeilijk te begrijpen en moest denken aan Jeroen Brouwers, de man die won, maar de geld prijs niet accepteerde omdat hij deze te laag vond voor een oeuvre prijs. Waardering wordt uitgedrukt in nullen achter de komma. Dat is een verhaal dat in Spanje blijkbaar niet opgaat.

http://youtube.com/watch?v=m-4ExEuL2zY

Afgevaardigden


Ik ben op bezoek bij mijn G Amante in Madrid die hier is voor een cursus van het Spaanse culturele instituut Cervantes. Er zijn veertig afgevaardigden van over de hele wereld samengekomen in het hotel Columbus. Op twee heren na, bestaan deze afgevaardigden alleen maar uit vrouwen. De Spaanse cultuur wordt het beste gerepresenteerd vanuit de vrouw. Of geldt dat voor alle culturen? De vrouwen representeren de zachte waarden van een land. Mijn G Amante zei dat ze vandaag les heeft gehad van een kerel die zo aan het steunen en zuchten was dat hij verveeld leek te zijn van zijn eigen verhaal.

zondag 20 juli 2008

Herinnering aan New York


Vorig jaar om deze tijd paste ik op katten in Brooklyn. Bij het opschonen van mijn computer trof ik dit fragment:

“Dit huis is gezegend met vrienden, familie en een kat”, een wandtegeltje op de wc herinnert mij eraan waarom ik hier ook alweer ben; vanwege de katten. Alsof ik dat kon vergeten. Elders in het huis word ik erop gewezen dat God op de achtste dag de kat schiep. Iedere avond zet ik mijn tandenborstel in een rode kater van keramiek, zijn bevroren grijns maakt een nogal gestoorde indruk op mij. Schilderijtjes van katten die met wol spelen, bekers in de vorm van een vuilnisemmer; het oor van de beker is de kat die erin klimt. Het leitmotiv van dit huis is Katze.

Twee enorme katten met dikke logge lijven en zware vachten, slepen zich als schildpadden door de woonkamer. Ik weet niet goed hoe ik het moet zeggen en waarschijnlijk klinkt het belachelijk, maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat die beesten een bepaalde eigenaardige invloed op het huis uitoefenen. Alsof ze de zwaarte kracht versterken. Ik zit hier aan de keukentafel vastgenageld met een wolk in mijn hoofd. De klok in de hal tikt de minuten weg.

donderdag 17 juli 2008

Masker van Deeg


Waar zie jij jezelf over tien jaar?, had de directrice gevraagd, terwijl ze mijn CV bestudeerde en me daarna aankeek van over haar leesbril. Ik staarde haar ontredderd aan, deze vraag had ik niet zien aankomen. Ik mompelde nog iets over ‘leuke dingen doen’, maar vanaf dat moment kwam het gesprek niet echt meer op gang. Tot overmaat van ramp moest ik kort daarop ook nog eens onophoudelijk niesen en schoten mijn ogen vol tranen. Neem me niet kwalijk, ik ben wat allergisch voor huisstof.
Ik vroeg waar het toilet was en liep de gang op om mijn branderige ogen te blussen. Het hielp nauwelijks. Mijn spiegelbeeld leek op een masker van deeg dat door iemand anders was opgezet. Omdat de papieren handdoekjes op waren depte ik haastig mijn gezicht droog met wat wc papier en snelde terug naar de vergaderzaal. Daar zag ik hoe de directrice en secretaresse met gebogen hoofden op gedempte toon met elkaar in gesprek waren. Ze stopten hier abrupt weer mee toen ik binnen kwam. Ik ben bang dat ik me heb vergist, ik wist niet dat het om een fulltime functie ging. Zonder nog aan de vergadertafel plaats te nemen schudde ik hen de hand, nam afscheid, en haastte me naar buiten, ook al wist ik niet waarheen. Vlak voordat ik de voordeur van het instituut open duwde zag ik in het spiegelende glas van de ingelijste klassieke filmposter Metropolis dat er allemaal witte stukjes wc papier aan mijn voorhoofd kleefde.

woensdag 16 juli 2008

BBQ

http://i10.photobucket.com/albums/a150/tuesdayweld/goldrush-1.jpg



De oude man zat op een plastic tuinstoel in de schaduw van een magnolia boompje die door zijn zoon in de vorm van een parasolletje was geknipt. “Die fascinatie voor parasolletjes zat er al vroeg in, zijn kamer was er volledig mee behangen.” Via parasolletjes kwam het gesprek al snel op het jappen kamp waar de oude man drie jaar in heeft gezeten. “De bom kwam net op tijd anders hadden we het misschien helemaal niet gered.” Voor sommigen kwam de bom op tijd voorvelen als een verrassing. De bom is er hoe dan ook gekomen en bestempelde definitief het verloop van de wereldgeschiedenis. De oude man vertelde mij dat ze zich moesten bijvoeden met kikkers en slangen die ze vingen op de sawa’s waar ze te werk waren gesteld. Hun Koreaanse cipiers waren de kwaadste niet, die lieten dat toe. "Er waren van die diepe gaten waar je met je arm in kon tot op de bodem en dan trok je zo die slang eruit. Echt heerlijk zo’n slang op de barbecue, net paling.”
Ik denk dat als je honger hebt bijna alles goed smaakt, ook de zool van je eigen schoen. Op de route van het kamp naar de sawa’s (rijstvelden) speurde iedereen de grond af naar sigarettenpeuken van kretek sigaretten om daar dan weer een nieuwe sigaret van te rollen.
” Smerig eigenlijk, maar ja je moest wat.”
Alles is geoorloofd om de verveling en de honger te bestrijden.
Na dit verhaal stelde mijn geliefde huisgenoot de volgende vraag:“Waarom is Mart eigenlijk steward geworden?”

maandag 14 juli 2008

Kookpunt


Achteraf waren het misschien wel overduidelijke signalen: Het kwijt raken van mijn mobiele telefoon bijvoorbeeld en de plotselinge confrontaties met de politie. Ineens vlogen de bekeuringen mij om de oren, fietsen op de stoep, negeren van éénrichtingsverkeerbord en zonder identiteitsbewijs over straat. Dat waren voor mij geen ongewone dingen, maar ze werden nu ineens achter elkaar bestraft. De buurvrouw ging over de rooie nadat haar parasol door de wind aan flarden was gescheurd. Het was de wind zei ik nog. Maar ik had de wind voor moeten zijn door de parasol in te klappen. Daar had ze gelijk in. Net zoals de politie gelijk had toen ze zeiden dat ik hun voor had kunnen zijn door niet het eenrichtingsverkeersbord te negeren. De politie is soms net de wind, ze kan onverwacht de kop opsteken.
De woningbouwvereniging was begonnen met wekelijkse controles van mijn voortuin en schreef dreigbrieven dat het huurcontract duidelijk voorzag in een paraaf waarin onderhoud van de tuin als verplichting stond genoteerd. Mijn onderbuurvrouw die regelmatig haar ongenoegen over geluidsoverlast laat blijken door met een bezemsteel tegen het plafond te beuken, voerde dit ritueel op van één keer per week tot een paar keer per dag. De wereld om mij heen leek haar kookpunt te hebben bereikt en ik werd willoos heen en weer geslingerd in de kolkende bubbels.

zaterdag 12 juli 2008

Queen of Rubbish


Ik was net bezig met het bevrijden van de Queen of Rubbish toen Jannekke alias Epi Confiant kwam langsgelopen. Ze zei: ”Ik heb vannacht over net zo’n hond gedroomd, ik zei tegen haar kom maar mee, ik weet wel dat je mijn moedertje bent. God, en mijn moeder, dat was ook wel een koningin hoor.”
De koningin van licht erotische literatuur, zo heb ik uit jannekke’s biografie op internet begrepen. Plotseling klonk er luid geschreeuw uit de Javastraat. Een demonstratie van extreem rechts. Die houden er niet van om gefotografeerd te worden zei een agent tegen mij. Raar eigenlijk want ze houden er wel van om een bepaalde boodschap te roepen. Het groepje was overigens zo klein dat het ook om een vrijgezellen avond had kunnen gaan, waarbij iedereen met gekke vlaggen mag zwaaien. Alles kan op vrijgezellen avonden hoorde ik vandaag. Een vriendin van G gaat binnenkort met een groep dames een total make over doen waarbij ondermeer een cursus paaldansen wordt aangeboden en iedereen als prostituee achter een raam op de wallen wordt gefotografeerd. Flirten met een onbewuste droom.

McCains Oorlog


Omdat ik de toekomstige president van de Verenigde Staten beter wil leren kennen ben ik senator McCains favoriete boek aan het lezen: Hemingway’s For whom the Bell tolls.
Het boek gaat over oorlog , de Spaanse burgeroorlog, en McCain ademd ook oorlog. Zijn heldendom in Vietnam is een belangrijk breekijzer in de verkiezingen. McCain schroomt er niet voor om een impopulaire boodschap te verkondigen:"Sorry maar er zullen nog velen oorlogen volgen waarbij Amerikaanse troepen worden ingezet.", las ik een tijdje terug in de Volkskrant.
De Spaanse burgeroorlog is, in tegenstelling tot Vietnam, verloren door de communistische guerrilla’s. De meeste moderne legers kunnen maar moeilijk een Guerrilla oorlog winnen, stelt oorlog historicus Martin van Creveld en hij bewijst zijn stelling ondermeer met Vietnam en Irak. Zou het McCains favoriete boek zijn omdat in dit verhaal de communisten eindelijk aan het kortste eind trekken?

dinsdag 8 juli 2008

boterhamzakje



In één vloeiende beweging nestelde de dikke meneer in T-shirt zich naast mij.Dat irriteerde mij nogal aangezien het bankje tegenover mij ook nog leeg was. Sommige mensen schijnen er niet tegen te kunnen dat om achteruit te rijden in de trein. Waar die mensen last van hebben weet ik niet precies, maar deze meneer had duidelijk ergens anders last van want hij koos ervoor om met z'n rug naar de rijrichting naast mij te gaan zitten. Met een tevreden zweem op zijn papperige gezicht keek hij uit het raam. Hij bleef ook demonstratief met zijn armen over elkaar zitten. Ik daarentegen probeerde zo goed en zo kwaad als dat kon mijn rug naar hem toe te draaien. Deze man zal namelijk ieder excuus aangrijpen om oeverloos tegen me aan te praten. Dat kon ik voelen, het hing in de lucht.Defensief gekruld boog ik me over het lege kladblok dat op mijn schoot lag. Enerzijds ben ik gefascineerd door alle voormen van sociaal onaangepast egdrag, maar dan wel op momenten dat het mij uitkomt.
Denk hierbij aan Dicky, waar ik eerder over schreef post . Dicky is uiteindelijk bij mij weggelopen om met een blonde dame te praten. Maar bij deze dikke man weglopen durfde ik niet, uit angst dat hij verontwaardigd zou reageren.
‘Ben je je administratie aan het doen ofzo?”, klonk het dan ook snel in onvervalst Gronings.
Ik ontkende dat.
“ Oh, want het ziet er zo uit, met je kladblok enzo.”
Ik negeerde hem en hij hield even zijn mond. We reden een rivier over.
“Hee de rivier is hier groen, zou dat kleigrond zijn, weet jij dat misschien?”
“Nee, geen idee, zijn het geen algen?”
“Nee want je kijkt zo op de bodem, in Groningen is het water zwart vanwege de turf, maar je kan er wel doorheen kijken.”
“Zooo...dat is interessant.”
Toen hij merkte dat er met mij geen gesprek te voeren was, ging hij op de bank aan de andere kant van het gangpad zitten, naast een mevrouw die hem zwijgend een boterhamzakje overhandigde.

donderdag 3 juli 2008

Op de Camping



Drie jaar geleden om deze tijd waren we werkzaam op een camping in Platja D'aro, de gedachte daaraan stemt soms weemoedig.


Witheet
Berichtgeving uit vakantieland

Zaterdag 02/07/2005 (na één week op mijn post)

Ik zat al vanaf zeven uur op de voorpost van de vestingberg. Vanaf hier zag je de hordes uit het noorden al van verre aankomen, in grote en kleine auto´s. Ons werk bestond uit het zo snel mogelijk verwerken en wegwerken van de toekomstige gedetineerden, die vaak hun eigen privécel achter zich aansleepten. Vooral Nederlanders hadden de neiging hun Kippen, Eifellands, Hobby´s, Knauss´s, Dethleffs, Lunars, Polars en Burstners achter zich aan te slepen, om deze 4000 km later op een paar vierkante meter stoffige aarde neer te planten. El Jefe(ELGEFFE) is altijd erg blij met Nederlanders omdat ze zo netjes zijn en hun perceeltje zo leuk inrichten en verzorgen. Maar voorlopig was het nog best rustig, de barbaren werden pas aan het eind evan deze maand verwacht.
Het merendeel van onze acht uur durende wacht moesten we onszelf dus zien te vermaken. Niet iedereen heeft daar even veel talent voor. El niño een voetballertje van zestien met een zonnebril in zijn nek die de vakantiegangers naar hun plekje moet brengen, heeft van het doden van de tijd geen kaas gegeten. Af en toe geef ik hem een vriendschapelijk pak slaag om hem bezig te houden.

Paco lijkt met zijn grote borsteligge wenkbrouwen, dichtgekenepen oogjes en een flinterdun getrimt snorretje op een prototypische mexicaan: Een disney Chicano. Hij zit op de betonnen trap naar de receptie een beetje voor zich uit te grijnzen terwijl hij af en toe een hijs neemt van zijn cigaret.Hij is hier alleen in het weekend om el niño te helpen. Voorlopig is dat dus helemaal niet nodig vandaar waarschijnlijk die teverdenheid.

Naast mij ligt Pol op de betonnen vloer een cigaretje te roken. Hij beweerd dat de vloer de koelste plek van de recpetie is. Pol houdt van kijharde rock muziek en het zijn dus ook met name schorrekeelgeluiden die mij de hele morgen omringen.

11:30 Een Nederlandse volvo probeert al geruime tijd de berg op te komen. Het lukt niet, zijn caravan is blijkbaar te zwaar. Zijn pogingen omhoog te komen brengen een hoop rookontwikkeling met zich mee. Het stinkt ook naar verbrand rubber. Paco neemt een hijs van zijn cigaret en zegt dat dit elk jaar gebeurd. Hij kan het weten, want hij werkt hier al twintig jaar. Iedere keer wanneer er een Nederlandse familie incheckt doorgaat Paco een soort omhelzingsritueel die gepaard gaat met opmerkingen over elkaars uiterlijk. Paco is voor veel mensen de de verre oom in Spanje. Na tien minuten komt 'de Mexicaan' in beweging en zegt tegen el niño dat hij mee moet komen om te helpen duwen. Ondertussen heeft zich een figuur met stekeltjes haar en een uitgerekte lange buik aan de balie gepositioneerd.Hij draagt een druppelvormige zonnebril die tegenwoordig behoorlijk hyp zijn, maar bij hem vooral heel erg fout staat omdat je weet dat hij diezelfde bril dertig jaar geleden ook al droeg.
Het blijkt een Nederlander te zijn, natuurlijk is het een Nederlander, die hier het hele jaar een plekje heeft gereserveerd (hij hoeft slechts zes maanden te betalen). Hij vindt het nodig zich aan mij voor te stellen, maar ik ben z´n naam alweer vergeten. Hij wil graag commentaar leveren maar kan de woorden niet vinden, dus staat hij met glimmende oogjes en een open hangende mond naar het tafereel te kijken, er zit speeksel op zijn lip.

Zondag 03.07.05
Zon, zee en zand schijnen ze te willen, anders kom je hier niet. Maar aan de balie is de eerste vraag of we misschien iets hebben met veel schaduw. Nee dus, ook geen gras nee. Het is hier gortdroog en niet te harden. Ik zou hier zelf niet op vakantie gaan. Nee, er zijn geen kwallen dat is een verzinsel van de Fransen. Uw perceel is te klein? Ja, daar kan ik weinig aan doen. Nee we kunnen u geen andere plek geven.Vanaf twaalf uur moet het stil zijn. ja, vind ik ook kut, maar goed het is vrijwillige opsluiting he.

Vandaag heeft elgeffe bedacht dat hij de hele dag over onze schouder gaat meekijken. Gezellig. De man is kaal en heeft grijze plukken haar bij zijn slapen. Met zijn kromme neus lijkt hij op mr. Burns, de kapitalist uit de Simpsons. Hij is geobsedeerd met de camping en wil echt alles weten. Zijn kantoor zit in de bovenreceptie in een aparte toren. Vanaf daar kijkt hij neer op de incheck receptie. Er hoeft maar een auto te staan of hij belt naar beneden met de vraag wat die mensen willen. Vaak kunnen we hem dan geruststellen met het antwoord dat deze mensen willen inchecken.
Dat wordt op den duur zijn dood denk ik, er zijn zoveel onzinnige dingen op de camping dat je daar beter niet teveel van kan weten. Bijvoorbeeld een Belg die zijn chemisch toilet leegt op de plek waar andere mensen hun groente wassen. Daar wil je helemaal niets mee te maken hebben, laat staan er een oplossing voor zoeken.
Paco heeft Burns later vandaag nog gezien in zijn toren, hij had de ramen geblindeerd en zat met zijn ogen dicht en de handen aan de slapen. Hij mediteerde misschien wel. In zijn kantoor is het niet warmer dan 16 graden. Net een grot, zo koud en vochtig. Men zegt dat hij in zijn dienstijd naar Afrika is gestuurd en daarom zo geobsedeerd is met zijn airconditioner. Als ik mijn salaris ga halen zit ik klappertandend voor hem.


Maandag 04.07.05
Nederlanders, twee oudere stellen (van diep in de vijftig) waren samen uit Nederland vertrokken en stonden nu samen aan de balie. Ze waren net ingecheckt en kwamen zich nu beklagen over het feit dat ze naast elkaar geplaatst waren. Ze hadden nog zo aangegeven dat ze niet naast elkaar wilden staan. Ze wilden wel in dezelfde straat staan maar niet naast elkaar. Vervolgens doen ze wel alles samen, samen naar het strand, samen eten etc.
Vandaag hebben we gevoetbald met een bal van kranten gewikkeld in een plasticzak en bij elkaar gebonden met plakband


dinsdag 05-07-05
Een Nederlander dacht zonder sticker omhoog te rijden. El niño spoot achter hem aan op de scooter en hield hem tegen. De Nederlander was nauwelijks te verstaan, hij had een moeilijk te plaatsen accent. Hij moest met zijn zoon praten zei hij. Ik zei dat hij de auto beneden kon parkeren en verder omhoog moest lopen. Hij zei dat hij hart patient was en om dat te demonstreren trok hij zijn t-shirt omhoog om de ritssluiting te laten zien die van zijn navel tot zijn nek liep. Ook had hij diabetes. Als hij een document achter liet mocht hij van mij naar boven. Dat had hij niet bij zich. Doe dan maar een mobiele telefoon zei ik. Dat had hij ook niet bij zich, want dan had hij zijn zoon wel gebeld immers. Hij bleek uiteindelijk wel degelijk genoeg documenten bij zich te hebben. ANWB kaart achtergehouden.

woensdag 06-07-05
Het vakantieconcentratiekamp is verdeeld in twaalf sectoren waarvan een groot deel is ondergebracht bij touroperators. Zo is er een Deens dorp en zijn er wat Engelse organisaties die hun tenten en stacaravans op een voor hen gereserveerd stuk grond hebben gezet. Ook is er een vrije zone voor zuipende jongeren. Die zone wordt Vietnam genoemd, waarschijnlijk omdat het een soort oorlogsgebeid is. Hier vinden meestal de ergste confrontaties plaats tussen gedetineerden en onderhoudspersoneel. Als je hier bent aangenomen om dennennaalden te harken dan wordt je ook ingezet in Vietnam om de zuipende jongeren aan te harken mocht dat nodig zijn.


donderdag 21/07/05
Gisteren hadden we weer een rooster wisseling en zijn we er met de fiets opuitgetrokken, de bergen in. Eerst raakten we verzeilt in een soort vakantiedorp van luxe huisjes die tegen een berg was aangeplakt. Wij gingen zwaar bepakt en zwetend die berg op, terwijl ondertussen opendakauto´s met bruine zonnebrilhoofden ons voorbij zoefden. Die hoofden schudde niet begrijpend toen ze ons bezig zagen. Na een stuk of wat van die schuddende hoofden geloofden we er zelf ook niet echt meer in. Waar waren nou die fietspaden? In dat vreselijke vakantiedorp leken we rondjes te rijden, alles leek hier op elkaar. Overal dezelfde huisjes, oprijlaan cactussen en opendakautos met schuddende zonnebrilhoofden.
Bovenop de eerste top zijn we gaan kijken naar een paar heilige stenen, menhirs. Daar stikt het hier van, Obelix heeft niet stil gezeten. Nadat we dat ‘hunnebed’ even van dichtbij hadden bekeken zijn we eindelijk de weg afgegaan. Dat viel direct al tegen, een pad van zand en dikke stenen. En het bleef maar omhoog gaan. Ook was er een ander probleem, het zou binnenkort donker worden. Heel binnenkort zelfs en we waren - weet ik veel hoever- van de bewoonde wereld. Dat werd dus slapen in het open veld en dat terwijl het hier stikt van de wildezwijnen. Die had Obelix dan weer niet allemaal opgegeten. Toch was allles beter dan ´snachts zonder parachute van een berg te storten terwijl de wielen van je fiets hulpeloze rondjes draaiden in de lucht. Als ware padvinders gingen we aan de slag. Met takken van een soort struik die daar goed vertegenwoordigd was maakten we een bedje. Gelukkig hadden we allebei nooit op padvinderij gezeten anders hadden we ook nog geweten hoe je een vuurtje moest maken en dat is hier dus levensgevaarlijk. Het is zo godsgruwelijk droog dat je maar aan vuur hoeft te denken en de boel staat in lichterlaaie.We hadden wel nog een slaapzak meegenomen, voor de zekerheid omdat het ´snachts vreselijk koud kan worden. Daar lagen we dan, te wachten tot het donker werd. Maar het werd dus niet donker, het was volle maan. Als een soort bouwlamp scheen de maan op onze bergtop. Ondertussen zweette ik me kapot, logisch ook als je met een lamswollen trui en een lange broek hartje zomer in een slaapzak gaat liggen. Naast mij lag Vis behagelijk en warm te slapen, die had natuurlijk weer nergens last van. Sterker nog die was volledig in haar element. In de stacaravan, een afschuwelijke zweethut, lag ze ook al onder een donzen deken. Terwijl ik slapeloos in een enorme lichtbak lag te kijken was Vis al mijlenver van de bergtop verwijderd, die droomde vast al van de camping dat deed ze namelijk al weken. Ik had er nu ook een beetje last van. Nutteloze informatie van gasten die allerlei voorkeuren hadden en een te grote caravan. Laatst kwam er eentje met een boeing 747 achter z´n pickup truck of we misschien een plaatsje in de schaduw hadden.
De volgende morgen was het pad zo mogelijk nog zwaarder dan de vorige. Vis zat op een fiets die eigenlijk voor de stad bedoeld was en dus maar weinig grip had in het gebergte. Toch wist Vis zich fantastisch te handhaven. We reden over weggetjes die zich nogal stijl, tegen het saddistische aan, langs de bergtop omhoog slingerde.Vis leek in deze droogte af en toe de motivatie te verliezen. Soms stapte ze af om tevoet verder te gaan.
Links van ons gaapte een permanente afgrond. Het enige wat er leek te groeien waren kurkbomen.Ik begin nu te begrijpen waarom ze kurken van plastic zijn gaan maken. Er gaan vast mensen dood bij het oogsten van van de bast van kurkboom.
De ellende was dat we ook nog eens onder een grote tijdsdruk reden, om drie uur moesten we weer aan onze receptiewerkzaamheden beginnen.Het was op de kaart nogal moeilijk in te schatten hoe lang het zou duren. Er waren teveel onzekere factoren om dat uit te rekenen. Hoeveel procent asfalt zouden we tegen komen, zou er ooit nog een afdaling komen, of was dit een Escherberg die je voor eeuwig omhoogvoerde?

Eenmaal bij onze mobile home aangekomen zagen we gigantische rookwolken met verschillende kleuren door de lucht wervelen. De berg achter de camping stond in de fik.

maandag 25/07/2005
laatste nieuwtjes uit vakantieland.
een mannetje van 15 heeft na een ruzie met zijn ouders zelfmoord proberen te plegen door een hoogspanningskabel beet te pakken. Hij ligt nu in het ziekenuis van Barcelona.
gisteren heeft een chinese man op klaarlichte dag midden op straat in platja d´aro een chinese vrouw met een mes in haar nek gestoken. (Achteraf bleek dat helemaal niet het geval te zijn. Die chinees had de chinese vrouw heel netjes binnenshuis in haar nek gestoken)

29/07/2005
Ik zei voor de grap tegen Gerard, collega incheckcipier, dat hij even de sticker op een auto moest plakken. Dat was voor subcomandante Zeepje, de receptie baas, een uitgelezen kans om even lekker vol uit zijn slof te schieten.

“jij gaat nu die sticker op de auto plakken, je zit de hele tijd al achter je laptop niets te doen”
weet je wat... anders plak je die sticker lekker zelf op de auto.
“nee, het plakken dat doe jij”
“dan moet je wel een andere toon aanslaan, anders plak ik helemaal niets
“wil je dat ik je ontsla, want dat kan zo hoor dan krijg je geen einde contract bonus, niet niks.”
“ok ontlsa me dan maar, het kan me toch niks schelen”

Zeepje spoot op zijn brommer naar boven om met elgeffe te praten. Toen hij terug kwam hebben zeepje en ik nog een half uur staan discussieren op de stoep. ik kan niets anders zeggen dan dat dit soort incidenten erg goed zijn voor mijn Spaans. Zijn belangrijkste argument: als we je betalen om niks te doen, dan doe je niks.

woensdag 2 juli 2008

Dicky




Opweg naar Groningen vorige week vrijdag zat ik in de trein vlak naast een authentieke Haagse Sjonnie. Ik besloot tegenover hem plaats te nemen want ik ben geïnteresseerd in alle vormen van sociaal uitschot. Er zijn ook kunstenaars die beschouwd worden als sociaal uitschot. Maar terwijl van sommige kunstenaars verwacht wordt dat ze verstandelijk gehandicapte kinderen door de stad rijden, wordt er van de meeste alcoholisten helemaal niets meer verwacht. Er zijn dus verschillende gradaties van sociaal uitschot met de kunstenaar en de verslaafde aan weerszijde van het (a)sociale spectrum.
Het exemplaar dat voor mij zat heet Dicky en had zoals het hoort kleine krulletjes bovenop en een lange vette mat in de nek. Dat je niet langer een kaartje in de trein kon kopen wist Dicky niet, evenmin dat er niet gerookt mocht worden, laat staan een joint. Hij droeg een zwart trainingspak en onder zijn jas zat een dikke bult, waar hij iedere keer een vers blikje bier uit tevoorschijn haalde. Hij was op weg naar de TT in Assen omdat daar zijn favoriete band zou gaan spelen (klinkt als yuraihiep). “Se sain da uitvindars van de har rock”. Alle concerten die ze in Nederland hebben gespeeld heeft hij bijgewoond vanaf 1976. Dat hij Assen nog heeft gehaald heeft Dicky te danken aan een bijzonder milde conducteur. De ras Hagenees, zoals hij zichzelf omschreef, praatte honderd uit tegen iedereen en niemand in het bijzonder.
“Weet je dat da’r tweehonderdrienfaiftig nasionalitaiten in de heloh werold sain? Davan wonuh d’r tweehondersevuh in de da schilderswaik. Ken je nauwgoan.”
“ je scheenbeen bloedt”, waarschuwde ik.
“ja joh, als je eluke dag een tretjuh bier drink, zoals ik dan wor je bloe heel erug dun. Dan lop het er so uiwt.”

dinsdag 1 juli 2008

Het Geluk


Laatst op weg naar nergens, het was Bremen, maar nergens is een veel betere doelomschrijving kreeg ik een verhaal te horen dat mij enigszins deed huiveren.
Het speelt zich af in de omgeving van Veendam en het gaat om de tante van een vriend. Zijn tante, de zus van zijn vader, was vroeger een bloedmooi meisje dat zich leuk kleedde en heel uitgaand was. Na haar school besloot ze een tijdje in de zorg te werken om wat geld te verdienen in afwachting van wat ze verder wilde gaan doen. Misschien wilde ze wel gaan studeren, maar ze wist nog niet wat. Ze ging werken in een afkickcentrum voor alcoholisten op het Groningse platteland ergens in een gehucht waarvan de naam ook maar het beste niet opgeschreven kan worden. Het was eerder nergens dan ergens, laten we het daar maar op houden.
In dat centrum ontmoet ze een alcoholverslaafde waar ze verliefd op wordt. Het betreft een buitengewoon stugge Groninger waar zeer sporadisch een woord uit ontsnapt die ook nog eens moeilijk verstaanbaar is vanwege zijn dikke Noordelijke tongval. Het meisje dat in alles tegengesteld is aan deze uit klei getrokken figuur gaat toch met hem trouwen. Natuurlijk kan dit allemaal, de liefde is ten slotte ondoorgrondelijk (zie eerdere blog: een sprookje op wieltjes). Maar nu komt het punt waar ik enigszinds melancholisch van werd. Na het huwelijk begon de tante langzamerhand een gedaante verwisseling door te maken. Niet alleen begon ze Gronings te praten, ze werd ook dikker en kleedde zich steeds onopvallender. Bovendien werd ze ineens heel lelijk. Vreemd? Misschien wel, maar geluk is in grote mate afhankelijk van je aanpassingsvermogen en het naar beneden bijstellen van je verwachtingen.