donderdag 29 april 2010

KKS26: Het was mooi zolang het duurde

Je kunt alleen ergens uitburgeren door ergens anders weer in te burgeren. Vrijheid schuilt in de herhaling van dat proces, zodra je ergens bent ingeburgerd moet je weer weg, opzoek naar de volgende biotoop.

woensdag 28 april 2010

KKS25: Future Nails

Op de achterkant van een grote loods van de voormalige industriehaven van Norfolk staat de tekst te lezen:
'Stop de veryupping van Den Haag'. Die overbekende term uit de jaren tachtig, die op deze plek verwijst naar de komst van hogere inkomstengroepen naar de voormalige arbeidswijk van Duindorp, steekt nogal vruchteloos af tegen de dure auto's die staan geparkeerd voor de restaurants aan de overkant. Op mijn fiets rijd ik over een glooeinde strook asfalt. Aan mijn rechterhand zie ik nieuwe appartementen die over zee uitkijken. De zee als unique selling point van projectontwikkelaars, dat is nieuw in Duindorp. Links voel ik de lange vingers van de kou onder mijn jas doorkruipen. De kou komt uit de duinen die spookachtig oprijzen achter een rij lanterenpalen. Dan houdt plotseling het pad op en blijven mijn wielen steken in het mulle zand van een onaffe weg. De veryupping is nog niet helemaal af en ik word gedwongen naar beneden te gaan, naar het oudere gedeelte van Duindorp. Daar zijn de huizen laag en dicht op elkaar gebouwd. Zodra ik een steegje indraai word ik omhelst door de restwarmte van de dag. Die stijgt omhoog, uit de weg en komt van opzij uit de buitenmuren van de wit gestukte vissesrhuizen. Aan het einde van de weg, op de hoek en aan de rand van een grote lap grond die bouwrijp is gemaakt voor toekomstige woningen, zit een nagel studio met de naam: Future Nails. Future Nails, met zo'n naam kan het haast niet anders of je bent klaar voor de veryupping van Duindorp.

KKS24:Uitgeblust

De camping indiaan had een slecht voorgevoel. We stonden, na lang uitstel, op het punt te vertrekken met zijn blauwe volvo stationwagon. Hij en R hadden al een tijd geleden bedacht om Robbo, de wereldfietser op te zoeken, die zich ergens tussen Arnhem en Rhenen zou moeten bevinden. Robbo had het vuur naar het containerdorp gebracht. Die man, waar iedereen het nogsteeds over heeft, wilde ik graag ontmoeten. Dat moest wel een grote ontsnappingskunstenaar zijn, een moderne barbaar op een vooroorlogse fiets. Maar toen was dat voorgevoel dus gekomen en het vertrek werd telkens uitgesteld. Uiteindelijk stelde ik voor met de camper te gaan. De volvo was veel te praktisch en doel gericht. Dat was alleen voor mensen met een agenda. Een camper doet niet alleen wat met de tijd, maar verandert ook het soortelijk gewicht van de bestemming. Dat is een typische eigenschap van campers, die hebben namelijk al een bestemming in zichzelf. Het is niet voor niets  een rijdend huis. Zo zaten wij gedrieen koninklijk op de bok terwijl de camping indiaan ons in opperste concentratie, als een chief op oorlogspad, door het landschap manoeuvreerde.
R was benieuwd wat er nog over was van  het plan dat hij met de fietser had gesmeed om met een boot naar Cuba te varen. Die boot zouden ze zelf bouwen van pvc buizen op het containerdorp.'Voor mij stond een ding vast, ik zou naar Cuba gaan met een boot, Robbo had wel een idee voor een boot maar nog geen bestemming, zo zijn we samen gekomen.' De weekend burgemeester, die in het echte leven een eventmanager is, heeft hem wegens zijn onhandelbare gedrag van het terrein gestuurd. De weekendburgemeester kent zijn Machiaveli. Wie een rijk wil stichten, moet bloedige voorbeelden stellen.
Ondertussen is de mercedes camper aardig op koers. De indiaan is geconcentreerd. Het schakelen vergt een bepaald soort inspanning. 'Dat gaat diep', zegt de indiaan, ' de relatie die je hebt met de machine , het gevoel voor de motor, dat is heel speciaal. Dat heb je met nieuwe auto's niet meer.'
Die  nacht vinden we een prachtig plekje aan de Rijn. Robbo hadden we na lang zoeken eindelijk gevonden. Hij zat op een bedrijventerrein in een caravan achter het hek van een ondernemer die in tweede hands leger jeeps handelde. Wat ik zag was een arme bejaarde man in een caravan. Als dit de man was die het vuur naar het containerdorp  heeft gebracht, dan heeft hij misschien teveel gegeven. Er was nog maar weinig van hem over. Uitgeblust is is in die zin de meest gepaste omschijving van zijn voorkomen. We mochten niet bij zijn hek blijven staan, alhoewel de politie had gezegd dat het mocht. Volgens Robbo zou de baas van het terrein daar erg kwaad over worden.  R stelde nog voor om in de Rijn te gaan vissen, maar de fietser die is uitgefietst,  moest slapen, vond hij zelf. Dat was het moment waarop wij gingen.
De volgende ochtend mompelde R voor zich uit:' De boot is dood.'
Waarop de camping indiaan zei: 'hij heeft nu een andere boot.' Om er met glimmende oogjes aan toe te voegen: ' Ik ben 's ochtends altijd een beetje ondeugend.'
Robbo hebben we niet meer gezien, maar ik zie hem zonder problemen voor me op zijn fiets met aanhangwagen waarop een bord staat met reclame voor zichzelf. Aan zijn stuur hangt een blikje voor donaties.

zondag 25 april 2010

KKS23: Nu gaan we rijden

We gaan Robbo de wereldfietser opzoeken.Hij zit ergens onder Arnhem. Over tien minuten, over een half uur of helemaal niet. Dat is ongeveer de huidige toestand. 'Het gaat zoals het gaat', zou R zeggen en de camping Indiaan denkt er al net zo over. Ik niet, ik ben op een missie. Ik wil Robbo ontmoeten en een verhaal uit hem trekken. Waar anderen hun geld vandaan halen weet ik niet, maar ik ben een paling en Robbo is wat mij betreft een afgehakte paardenkop waar voor een paling zoals ik nog wel het een en ander uit te halen valt. Nu moet ik gaan, ik ga de camper van de camping indiaan alvast opruimen, als ik daarmee klaar ben overhandig ik hem de sleutels en zeg ik:'nu gaan we rijden, die camper staat al drie maanden stil.'

zaterdag 24 april 2010

KKS23: Kustwacht


Een kleine heer, een schaal model van een keurige man, die nog niet tot mijn schouders komt, kijkt naar de  boeg van een grote kustwacht boot. Zo moeten de mensen vroeger zijn geweest, denk ik, klein maar om door een ringetje te halen. Het gevaarte van de kustwacht glom van de nieuwe verf. We spreken over Scheveningen en hij vindt het de mooiste kustplaats van Nederland, aan deze kant van de naald dan, want aan de andere kant vindt hij het vreselijk.'Wist je dat ze het Kurhaus wilden afbreken, ooit? Nu hebben ze eigenlijk nog iets veel ergers gedaan, ze hebben de boel gewoon volgebouwd. Allemaal door inhalige projectontwikkelaars. Eentje van hen heeft ook de pier gedaan, Zwolsman, heet hij.'
Die naam maakt iets bij me los. De gravende mannen van de Haagse Bunkerploeg hebben me vertelt dat alle Nederlandse bunkers keurig zijn opgeleverd door Nederlandse aannemers. 
'Zwolsman was fout in de oorlog, dus het verbaast me niet.', zegt de heer, die misschien wel uit het Scheveningsmuseum is weggelopen.  De kennis opgedaan in de bunkerbouw hebben de projectontwikkelaars na de oorlog blijkbaar goed kunnen toepassen in appartementencomplexen. Met de berustende woorden dat het allemaal wel een keer zal worden afgebroken neemt de kleine heer afscheid. ' Als er typetjes instaat zijn om het Kurhaus af te breken, dan moeten er ook typetjes zijn te vinden die de woekerbouw van de projectontwikkelaars willen slopen.'
Ik hoop dat hij gelijk heeft.

vrijdag 23 april 2010

KKS22: Abdel

Ik kan ze zien zitten, de vissers, ze zitten op het bankje onder de kleine rode vuurtoren. Hun hengels zijn klemgezet tussen de betonblokken. Door mijn verrekijker zie ik hoe ze soms even opstaan om iets te controleren, maar meestal zitten ze doodstil en staren naar de punt van hun hengel. Dat is het nadeel. Het raam biedt je een blik op de wereld, maar plaatst die tegelijkertijd op een afstand.  Je ziet van alles onder je gebeuren, maar er aan deelnemen lukt niet omdat er glas tussenzit. De deur staat open en een frisse wind waait naar binnen, terwijl ondertussen, de zon, langzaam het containerstaal opwarmt. In de verte vaart de Eendracht langs de horiozn op en neer, alsof het bang is niet gezien te worden.

KKS21: De mens achter de kunstenaar

Vanmorgen zag ik Zeger Reyers, die ik tot dan toe nog nooit had ontmoet. Ook zijn naam heb ik even moeten opzoeken. Hij was bezig een stoel, die hij zojuist had opgevist, in cellofaan te wikkelen. De stoel was begroeit met mosselen, een beeld dat ik vagelijk ergens van herkende.‘Dat ziet er verdacht veel uit als een kunstwerk’, zei ik dan ook opgewekt. Ik vroeg wat ermee ging gebeuren. Het moest naar Oostenrijk voor een expositie. Net toen ik verder wilde lopen, zei Zeger Reyers nog dit:’Laat me maar even, ik heb slecht geslapen en ben hartstikke chagereinig.’ Een vriend van mij heeft, toen hij klein was, eens een ontmoeting gehad met Bassie (Bassie van Bassie en Adriaan). De beroemde clown had zojuist een optreden gehad en stond nu een sigaret te roken op een parkeerplaats. Opzichzelf is een rokende Bassie al tamelijk ontluisterend maar toen mijn vriend hem enthousiast benaderde werd hij getracteerd op een scheldpartij in plat Amsterdams. Dat was de mens achter de clown. Vandaag zag ik de mens achter de kunstenaar Zeger Reyers. Het kunstwerk de mosselstoel is voor mij voor eeuwig verbonden met de woorden:' Laat me maar even'. De kunstenaar die bozig opzoek gaat naar een restje celofaan voor het transport naar Oostenrijk, dat was een prachtige performance van het alledaagse.
Of Zeger Reyers dat ook zo heeft bedoeld valt te betwijfelen, maar zo gaat dat met kunst; in de publieke ruimte krijgt het zijn eigen dynamiek. De mosselstoel kan voor mij niet meer stuk.

donderdag 22 april 2010

KKS21: Afvoerputje

Vanmorgen werd ik wakker met het gevoel alsof ik in een centrifuge had gezeten. Alles deed pijn. Mijn hoofd en mijn botten, ze waren beurs.  Eerst begreep ik niet helemaal waarvan dat zou kunnen zijn, toen herinnerde ik mij het zwaartekracht experiment van de dag ervoor. Ik was met een skateboard een steile wand af gedoken, met voorspelbare gevolgen.  In de jaren zestig begonnen surfers op planken met wieltjes te oefenen in verlaten zwembaden in Californie. Zo ontstond parallel aan de surfcultuur ook het skateboarden. Ik heb een skateboardloze jeugd gehad, maar de manier waarop skaters de stad zien, als een grote speelplaats, spreekt me enorm aan. Het heeft iets heldhaftigs. Net zoals ‘parcours’, een van de stad guerrilla afgeleide techniek om gebouwen te beklimmen en zodoende in een rechte lijn door de stad te gaan. Als afgeleide van de vroegere zwembaden worden er tegenwoordig skate ‘pools’ gemaakt. Dat zijn komvormige constructies waarin de skater kunstjes kan doen. Een van die komvormige constructies staat hier op het plein van het containerdorp. Al geruime tijd zie ik skaters daarin  de meest uiteenlopende kunstjes uithalen. Het ziet er tamelijk eenvoudig uit. Gisteren kon ik me dan ook niet langer inhouden en ik leende een skateboard. Wie wil ontsnappen zal z’ n  angsten moeten overwinnen. Met een voet klemde ik de achterkant van de plank op de rand van de kom, het andere uiteinde van de plank hing in de lucht. Het was de bedoeling in een fractie van een seconde je gewicht te verplaatsen naar het andere uiteinde van het skateboard en dan met alle vier de wieltjes aan de afdaling door de kom te beginnen. In Amsterdam ben ik wel eens van een twaalf meter hoge brug afgesprongen. Het was een kwestie van doen en het voelde heerlijk om mijn angsten te overwinnen. Op een skateboard lag dat net iets anders, merkte ik. R, die mij vanaf een afstandje bezig had gezien, zei:’ Vanaf hier leek het net alsof je naar een afvoerputje werd gezogen.’  
Na drie keer dezelfde harde les geleerd te hebben werd het me duidelijk dat ik de jeugdcultuur van het skaten definitief was misgelopen en dat ik allang was weggezogen door het putje van de ouderdom.

dinsdag 20 april 2010

KKS20: Lee Towers


Aan een tafeltje op het terras van bakkerij Nouman aten wij vanmorgen een Amerkiaanse pannenkoek met stroop. Tijdens de tweede koffieronde streek er een vlinder neer. Hij heette Sander en was enigszins uit zijn doen. De vorige avond was er een muziekgala geweest ergens in Den Haag met Lee Towers en anderen waarvan ik de naam niet herkende. Sander, onze vlinder, was daarom iets te laat in zijn bed beland en kon daardoor naar eigen zeggen niet naar zijn werk op dinsdagochtend. Het is een heerlijke dag. Toen hij verder wilde fladderen vroegen we waarom hij niet even wilde blijven. Toen bleef hij toch en hij bestelde koffie en een lange tijd daarna praatte hij nog honderduit over Lee Towers. Daarna ging hij koffie kopen want dat was het enige dat hij hoefde te doen vandaag, de rest werd door zijn begeleiders aangeschaft. Veel later, toen de Lieve G op de fiets was gesprongen naar Kijkduin en ik achterbleef om de ochtend te rekken, kwam er nog een vlinder aangewaaid. Martijn heette hij en ook Martijn wist niet goed wat hij met zichzelf aanmoest. Hij ging maar een stuk lopen, mooie dag, ja toch. Dat doet hij anders nooit op dinsdag. Geen gewone dag voor de vlinders van Scheveningen. Wederom was het Lee Towers die de natuur had ontregeld.

KKS19: Op de paardentram gesprongen

Vandaag verlaat ik de container pas tegen een uur of half vijf. Meestal probeer ik iets eerder op pad te gaan, om nog wat aan de dag te hebben. Dat lukt niet altijd, soms moeten er dingen af en dan zie je de dag aan je voorbij glijden zonder er zelf aan deel te nemen. Op het moment dat ik de container verlaat is het al iets kouder geworden, een vers wolkendek legt de brandende zon in een noodverband en het waait. Dat maakt niet uit, houd ik mijzelf voor, er is nog tijd genoeg om van alles te doen. Ik kijk naar de schepen bij de visafslag, sinds kort ga ik altijd via de haven, niet langer langs Simonis, maar langs de kade waar de vissersboten lossen. Dat is vandaag al gebeurt, in alle vroegte. Ik kijk naar de visnetten die op stapelks liggen de drogen op de kade en ik bedenk dat het als een bevrijding voelt om even weg te zijn van de schrijftafel in het kraaiennest.

maandag 19 april 2010

KKS18: Aficionado

Op een barbecue in Scheveningen waren we samengekomen om het leed van de stofwolk te bespreken. De stofwolk die ons allemaal aan de grond had gehouden. In plaats van naar een stierengevecht in Sevilla te gaan, zoals sommigen van ons zich hadden voorgenomen, begonnen we maar weer eens aan de klassieke discussie over de vraag of stierenvechten moreel verwerpelijk is. 'Hoezo ben jij tegen stierenvechten als je wel goedkope hamburgers naarbinnen werkt?', was mijn nogal sfeerverpestende opmerking van de avond. Sinds kort ben ik van mening dat het argument dat dieren doden voor de lol verwerpelijk zou zijn, nogal kort door de bocht is als het gaat om stierenvechten. 'Ook jouw hamburegr is voorde lol'. was dan ook mijn reactie. Bovendien denk ik dat stierenvechten een dans is tussen stier en mens. Een dans waarbij het leven zelf op het spel wordt gezet. Maar die zogenaamde magie, de sfeer in het stadion, ik ben er inmiddels klaar voor. Een stofwolk hield ons tegen. Nu stond ik as te happen op het achterplatje van het nieuwe huis van H, maar er was geen vis voor boven de kolen. 'Waarom eet je geen kip?', vroeg iemand aan mij. 'omdat die vol zit met antibiotica.' Ik was als enige vegetarier op het achterplatje een voorstander van het stierenvechten. Naarmate de avond vorderde, bleken de meeste mensen niet zozeer een hekel te hebben aan het stierenvechten maar aan het soort mensen dat hier van houdt. Het rechts, meer conservatieve deel van Spanje. De barbecue duurde niet al te lang, en ik ging met de lieve G mee naar Sahara. Eerst langs de bioscoop, maar de film was al begonnen. ' Je bent stiekemn blij dat we niet naar de film  hoeven.' zei de lieve G. Dat kon ik niet ontkennen. In cocktailbar Sahara komt een publiek van Duindorpers, studenten en dus types zoals wij, barbecue vluchtelingen. Wij waren daar niet voor de cocktails, maar voor koffie. De lieve G vindt cocktails te zoet. 'dan wordt ik wakker met zere tanden.' Koos, de uitbater van Sahara, was jarig en hij had garnalen en frikadellen op de bar laten zetten. Ze kwamen uit hetzelefde frituurvet, enkele uren geleden. Nee, ik had geen geluk met eten vanavond. In Sahara is in de hoek van de bar een lichtbak geplaatst met planten en boomschors erin, een aquarium zonder water. 'Ze zouden daar gedroogde vissen in moeten doen.' zei de lieve G,'Dat zou grappig zijn.'

zaterdag 17 april 2010

KKS17:Een ander idee van gezelligheid

Vanmorgen had ik met Fonger afgesproken in bakerij Nouman in de Keizerstraat. Je kan daar ook terecht voor een ontbijt en koffie. We spraken over  de cultuur van het surfen en over de verhalen van Hemingway.
 'Op mijn 18de ging ik  een maand naar Bayonne om te surfen en daar las ik het boek Fiesta dat zich deels  in Bayonne afspeelt en ik was direct verkocht. Ik voelde me verwant met Hemingway, ook nog eens omdat ik, net als hij,  hospik ben geweest. Ik in Libanon en Hemingway was dat tijdens de eerste wereldoorlog in Italie.'
Toen Fonger vertrokken was bestelde ik nog een dubbele espresso, de derde van die dag en begon direct met het uitwerken van het interview. Ik had geen opname gemaakt en nu zat het nog vers in mijn hoofd. Mensen druppelden binnen voor de lunch. Sommigen alleen anderen kwamen met z'n tweeen. Een oud vrouwtje en haar dochter kwamen naast mij zitten en kibbelden over de nieuwe rollator die volgens het oude vrouwtje niet goed functioneerde. Het was een aandoenlijk schouwspel. De oude vrouw had nog maar heel kort geleden een rollator gekregen, na erg hard gevallen te zijn, maar ze wilde er eigenlijk niet aan. 'Toe nou mam', zei de dochter, die net als de moeder haar deel van het toneelstukje speelde.  ' Ik ken mensen die zijn tien jaar jonger en lopen zonder probleem met zo'n ding.'
Later raak ik met ze in gesprek. De mevrouw vertelde dat een jonge arts in het ziekenhuis tegen haar had gezegd dat ze zulke lieve ogen had. Daarna hebben we de relatie tussen Scheveningen en Den Haag besproken, over de schande dat de drtie haringen op officiele documenten is verdwenen. ' Toen mijn man overleed stond er Den Haag in plaats van Scheveningen onder de doodsacte, ik heb geprotesteerd, maar het mocht niet baten.'
Ook het verdwijnen van de Norfolk container terminal was een pijnlijke aderlating voor Scheveningen en volgens bijde dames de schuld van Den Haag die het moedwillig heeft laten verslonzen. Het is de vraag of dit zo is, maar het resentiment tegen het overheersende Den Haag zit diep bij de echte Scheveningers. Of dingen waar zijn of niet, doet helemaal niet meer ter zake. Maar ik denk wel dat de Scheveningers een punt hebben als ze ebweren dat Scheveningen meer is dan een badplaats.  Ik neem afscheid van moeder en dochter en rij terug naar het containerdorp. Daar wordt ik aangesproken door Maurice van de surfshop. Hij vraagt zich af wat ik met de container van Badgasten heb uiteghaald. 'Het was eerst zo lekker strak.', zegt hij zonder te lachen.'Ik heb het lekker gezelllig gemaakt', leg ik uit.Maurice zegt dat hij een ander idee van gezelligheid heeft, maar vertelt er niet bij wat idee  dan precies inhoudt. Als ik doorloop naar de container, mijn tijdelijke verblijf, gaat Maurice verder met het ophangen van wetsuits aan rekken voor zijn winnkel. Hij wil graag dat het er netjes uitziet. Daarna zet hij het fietsje weer recht op waar een klein surfplankje aanvast zit met surfshop erop. Het fietsje blijft, door de harde wind, nooit lang staan.

woensdag 14 april 2010

KKS17: De prijs die betaald moet worden


Zojuist heb ik boodschappen gedaan in de Aldi. De Aldi is net zo Schevenings als de wind. Bij het afrekenen begon een bruine Engels talige man  ineens een scene te schoppen. Hij was verontwaardigd dat de cassiere in zijn tas wilde kijken en stond erop dat ze dat ook bij anderen zou doen. Ik stelde de man gerust dat het hier ging om beleid en niet om discriminatie:’ Indeed it is offensive, but that is the price you pay for cheap shopping.’

KKS16: persbericht

Dit persbericht werd onlangs verzonden naar verschillende media:


Locatie: BADGAST @ FAST, aan de boulevard van Scheveningen bij de haven. 

Kledingadvies: outdoor.

Op 15 april aanstaande van 17:00 tot 19:00 zal filosoof Bram Esser zijn Panorama Badgast presenteren. Gedurende zijn verblijf in Scheveningen houdt Bram zich bezig met 'grenskwesties' en komt hij tot verrassende inzichten. Zoals de Hagenaren vroeger naar Panorama Mesdag gingen om zonder te worden blootgesteld aan de elementen van Scheveningen te kunnen genieten, zo kunt u bij Panorama Badgast op een veilige manier genieten van een andere grens.  Kom naar zee en rust lekker uit terwijl u wordt vermaakt door dit wonderlijke Haagse panorama die u zal transporteren naar andere dimensies.



Dit was de reactie van het AD:



Zou u hier misschien een verduidelijkend persbericht over kunnen sturen? Wij kunnen er niet achter komen wat Panorama Badgast behelst. Is het een lezing, een schilderij, een film of wat anders? En waar wordt ‘het’ precies gehouden?

Met vriendelijke groet,

Maria Mulders

Redactie AD Haagsche Courant



Er is veel voor te zeggen om alleen nog maar vage persberichten de wereld in te sturen. Dingen die alleen te begrijpen zijn als je er naartoe gaat. Verwarring is niet per se een negatieve emotie, je kan er juist betekenis en diepgang aan ontlenen. Maar nieuwsmedia zitten niet op verwarring te wachten, die vinden dat alleen maar onhandig.  Alhoewel de nieuwsgierigheid van het AD wel geprikkeld is, lijken ze een beetje te lui om daadwerkelijk te komen.





dinsdag 13 april 2010

KKS15: De nulgrens





Ik zit in de camper van W. W is mode fotograaf die naar eigen zeggen met een reis is begonnen waarvan de bestemming nog onduidelijk is. ’Ik heb geprobeerd een huis te kopen in Amsterdam, maar ik werd niet krediet waardig bevonden en toen heb ik maar deze camper gekocht en daar ben ik nu heel blij mee.’ We drinken rode wijn en bespreken het probleem van de wereldse bevestiging, vooral de uitblijvende wereldse bevestiging en hoe je daarmee om moet gaan. Er was een klus van het out door modemerk Timberland aan zijn neus voorbij gegaan en daarvan was W toch even in een dipje geraakt. ‘Het brengt me dan toch van m'n stuk en dat wil ik eigenlijk niet.' Daarom is hij meteen iets leuks gaan doen, een onbetaalde mode reportage waarvan hij helemaal mocht bepalen wat het ging worden. ‘Zojuist heb ik de schadevergoeding van Timberland binnengekregen wat mooi uitkwam want ik had wat kleine schulden en nu sta ik weer op nul.’
W zegt aan die nul grens vast te willen houden. ‘Dat moet het uitgangspunt worden, vasthouden aan de nulgrens.’ Het is een echo van wat R mij enkele dagen eerder adviseerde als ik zou willen ontsnappen.' zorg dat je geen schulden hebt.' W laat me de foto's zien van de reportage die hij op het containerdorp heeft gemaakt. 'Ze noemen me wel eens een oppervlakkige modefotograaf, maar dit is toch prachtig.' Twee modellen waarvan de een een zwarte koningin en de ander gezegend met de wazige blik van kate Moss, tonen hun federlichte bottenstrcutuur. We praten over de universele schoonheid van de vrouw en de magie van het moment die de fotograaf moet zien te pakken. 'De schoonheid van die modellen is net zo goed van jouw als van hen. Ook zij bezitten die niet. Dit gaat over de Goden.' , zeg ik tegen W en ik overweeg even om camping filosoof te worden. Lang heb ik niet geweten wat ik met mijn leven aanmoest, maar ineens staat de toekomst mij helder voor de geest. W zegend mensen met de universele schoonheid, de camping indiaan maakt het vuur aan en ik probeer vluvhtige dingen een naam te geven.
W klikt van het ene plaatje naar het andere. Hij laat me een prachtige foto van zijn moeder zien, neergezet in sober zwart wit tinten wat haar krachtige trotse uitstraling bevorderd. ‘Mijn moeder zingt zigeuner liederen en ik heb een clipje van haar gemaakt. Nu denkt ze dat ze ieder moment op Mtv zal komen.’ W moet hartelijk lachen en vertelt dat zijn moeder denkt dat ze al beroemd is omdat ze in bejaardenhuizen optreed. ‘En dit is mijn vader .’ Een godfather-achtige figuur kijkt met een koude blik in de lens. ‘Ik houd van mijn vader, maar hij is echt zo’n zakenman, hij begrijpt niets van wat ik doe. Ten opzichte van hem wil ik me natuurlijk ook bewijzen.Vandaar die drang naar wereldse bevestiging.Dat begrijpt hij tenminste.'
Anderszijds weet W ook dat hij een heel ander mens is dan zijn vader. ‘Laatst ging ik iets met hem drinken en daar was toen ook een vriend van hem. Een gast met kleine oogjes, veel te dik,  en zo’n stierennek.' Met zijn handen laat W zien hoe dik de nek wel niet was. 'En dan allemaal gouden kettingen onder zijn half open geknoopte blouse. Een patser tot en met.  Mijn vader heeft ontzag voor zo iemand omdat hij steenrijk is. Ik snap daar niets van, ik zie alleen maar een zielige dikke man.'
Ik check even de visfilets voor de barbecue, maar die zijn nog hartstikke bevroren. Om de tijd te doden gaan we verder met foto's  kijken. ‘Dit moet je even zien, het zijn net de Soprano’s.’ Op een foto zijn een zevental mannen van middelbare leeftijd te zien die zitten te vissen in de achtertuin van vishandelaar Grieze in Venlo.  ‘Ze hebben ook allemaal bijnamen. Dit is Slow en dat daar Rode Ger. En dat is weer m’n vader die Pinda wordt genoemd.'
W klikt door de foto's en laat zien hoe iemand de wormen aan het vishaakje van Grieze moet bevestigen.'Die mensen hebben geen cultuur, dus dat gaat op een hele lompe bevelende manier. Die jongen voor de wurmen wordt simpelweg bevolen een fles wijn te halen uit het huis.En dan gaat ie, want hij krijgt natuurlijk goed betaald.'  Een paar foto's verder komen we bij de vader van W uit, een andere foto en een ander moment. Hij zit ook met een hengel, maar niet langer zelfverzekerd, de godfather-look is geheel verdwenen.'Een Duitse krant noemde hem ooit "Der Hasj Konig aus Venlo", een bijnaam waar mijn vader erg trots op was. Maar ze hebben hem zijn miljoenen afgenomen en inmiddels wordt hij links en rechts ingehaald door de snelle xtc smokkelaars.’
W lijkt zelf ook enigszins verbaasd dat zijn vader een tweederangs onderwereldfiguur is, maar hij ziet tegelijkertijd wel de kracht van het verhaal. De gevallen koning die slechts wordt getolereerd omdat hij geen enkel gevaar meer vormt voor de concurrentie. De oude Pinda mag her en der nog wel wat handelen en zo nu en dan een 'klok' verkopen van iemand. We voelen nog een keer aan de vis en die lijkt eindelijk gebruiksklaar. We gaan naar buiten met de vis en een bak sla. Het is al donker en fris maar de camping indiaan heeft het vuur al aangestoken.

zondag 11 april 2010

KKS14: Alles wat hij wist haalde hij uit zijn aquarium


Vanochtend ben ik voor het eerst in mijn leven het havengat van Scheveningen uitgevaren.  We verlieten de stad in een witte wolk van mist wat het gevoel versterkte dat we van hier naar nergens dreven. De zee was kabbelend rustig, geen pittige witte kopjes die duiden op wind, maar een strakke watervlakte die lijkt op een meer. Aan boord bevonden zich 30 mannen van de bloemenveiling uit het Westland, onder hen een groot aantal Polen. Mannen met hengels. We waren op weg naar gezonken pantserkruisers uit de eerste wereldoorlog  om op makreel te vissen. R van het containerdorp, had mij als verstekeling aan boord gesmokkeld zodat ik getuige kon zijn van dit oertype van het mannenritueel. Ze maakten grappen; ‘Ah eindelijk heb ik geen bereik meer op mijn mobiel.’, wegvaren van de kust, is ook wegvaren van de maatschappelijke verantwoordelijkheid.

zaterdag 10 april 2010

KKS13:Tijdmachine

Middenin de woestijn staat een parkeerplaats. Ik zie hem helder voor mij, als in een droom. Alles zit erop en eraan. Lantarenpalen, slagbomen, stoplichten en kaartjesapparaten staan allemaal precies op de juiste plek. De witte lijnen zojuist geschilderd, geven de rijrichting aan en markeren de plek waar de auto’s mogen stoppen. Maar er zijn helemaal geen auto’s.  Er is alleen zand en de tijd die voorbij gaat. s’ Nachts schieten, als uit een reflex, de lantarenpalen aan. Een wonder, een waar kunstwerk. Ik sta perplex, als ik er naar kijk, vanuit mijn droomcontainer. Pas bij het ontwaken zie ik mijn fout in. De parkeerplaats staat helemaal niet in de woestijn want er komen golven aangerold over het zand. Bij nader inzien is het misschien ook geen parkeerplaats maar iets anders dat zich als zodanig heeft vermomd. Nu ik wakker ben, zie ik dat er auto's onder de rood witte slagbomen doorrijden. Het beeld begint op te klaren. Ik kijk naar buiten en zie een tijdmachine. Of liever gezegd een tijds versnipperaar. De tijd is niet langer iets dat voorbij gaat, zoals in mijn droom, maar de tijd is een waardeproduct geworden. Voor elke snipper wordt betaald. Het zijn de auto's die voorbij gaan.   

vrijdag 9 april 2010

KKS12: De juiste auto



Vandaag was er een dame van tv West op bezoek om te filmen. Gevraagd naar hun mening over het surfdorp en waarom ze hier waren antwoordde twee Duitse toeristen: ‘We think we have the right car.’ 
Het hebben van de juiste auto kan nog wel eens doorslaggevend zijn om in de surfgemeenschap te integreren.  

KKS11: Ontsnappingskunstenaars


Het wordt langzaam warmer, de lente heeft zich de afgelopen dagen duidelijk laten zien. Zelfs de zee, die schuimend het strand aait, toont zich van haar meest zalvende kant. De winternevels die vanuit onze magen met de vluchtige lucht mee omhoog komen, worden verbrand in de trillende lucht van het kampvuur. De eerste exhibtionist heeft  zich vandaag alweer uit de kleren gewaagd. Hij rende enthousiast rondjes om het eiland dat hij van zijn kleren had gemaakt. ‘Ik geniet van de natuur’, riep hij tegen de agent die hem met zijn pet en uniform imponeerde, nog voordat hij iets had gezegd. De agent, die leunend op zijn herenfiets vanaf de havenpier het tafereel gadesloeg, zei tegen de exhibitionist dat het naaktstrand een stuk verderop lag. Het zijn de rituelen van de lente. Ieder jaar opnieuw worden dezelfde toneelstukjes opgevoerd.

donderdag 8 april 2010

KKS10: Bunker Beach Resort


Afgelopen nacht ben ik met de Haagse Bunker Ploeg op pad geweest. Natuurlijk moest ik een beetje lachen toen ik op de afgesproken plek een groepje bunkergravers aantrof die allemaal in camouflage pak waren gestoken. Maar, zoals Ruud uitlegde,'Je bent zo echt minder zichtbaar  en ten tweede hebben we de marechaussee een keer om de tuin geleid door te zeggen dat we op een geheime missie waren.’ Bunkergravers zitten vol sterke verhalen, maar dat hoort er allemaal bij. En het moet gezegd het binnengaan van een bunker waar sinds jaren zestig niemand meer is geweest is een sensatie van jewelste.

dinsdag 6 april 2010

KKS09: Groente en fruit

Volgens het categorische imperatief van Kant is vrijheid alleen mogelijk indien we onze medemens ook altijd  zien als doel in zichzelf. Om een voorbeeld te geven: In de supermarkt zeggen we niet alleen goede morgen tegen het hoofd van de afdeling groente en fruit omdat we hem zien als een middel om groente te krijgen, maar ook omdat we hem zien als mens. ‘Juist de verplichting beleefdheden uit te wisselen doet ons uitstijgen boven het louter instrumentele, op nut gerichte handelen van alledag en maakt zo vrijheid mogelijk’ , schrijft Leon Heuts in de Volkskrant van zaterdag 27 maart.

maandag 5 april 2010

KKS08: Bruine Schoenen

Vanaf 1881 is panorama Mesdag te bezichtigen in de zeestraat in de Haagse binnenstad. Het moet vergelijkbaar zijn geweest met de sensatie van film: Het strand ervaren zonder bloot te worden gesteld aan de elementen. Juist die ontwikkeling van panorama, naar film, naar tv en zo door naar de alom tegenwoordige media van vandaag de dag, maakt dat alles door elkaar is gaan lopen. We kunnen bijna nergens meer voor het eerst aankomen, veel plekken die we als toerist bezoeken kennen we al van plaatjes. Een scheveninger vertelde me dat je vroeger precies kon zien wie er op de koopvaardij had gevaren. 'Die waren 'buiten' geweest en die liepen dan ineens op bruine schoenen in plaats van zwarte.' Dit moet nog in de jaren vijftig zijn geweest.  Nu is het omgekeerd; diegene die in klederdracht lopen zijn duidelijk in de minderheid.  Toch moet er een onderling verschil zijn tussen plekken,  bruine schoenen of geen bruine schoenen. Een blik op de zee is genoeg om te realiseren waar je bent. Om de open onaffe gemeenschap van het containerdorp kennis te laten maken met het andere uiterste stukje van de stad, ben ik van plan een panorama Ypenburg te maken. Dat moet toch een sensatie zijn. De smaak van senseokoffie in een vinexwoonkamer op nog geen honderd meter van de zee. Dan realiseren mensen zich misschien: Scheveningen is niet Ypeneburg. Ook al denkt Norder daar misschien anders over, die wil op de plek van het containerdorp een 150 meter hoge toren bouwen. Ik zie u allen graag volgende week donderdag of vrijdag aan de strandweg 1a.

zondag 4 april 2010

KKS07: Primitieve gemeenschap van de Toekomst


Ik vond M bij de houtkachel van het eetcafé op de heuvel van het surfdorp. Hij had zojuist de tent dichtgegooid en was aan het bijkomen van de lange dag, genietend van een biertje. Soms hoestte M en dan zei hij dat het beter zou zijn om te stoppen met roken. In plaats daarvan zag ik dat hij het roken van filtersigaretten afwisselde met het roken van shag.  Ik vertelde M over mijn viservaringen van die dag, die waren desastreus geweest. Op zeker moment was het visdraad in de molen verstrengeld geraakt en op een ander moment vloog de top van de hengel mee in het water. Ook was ik een paternoster kwijtgeraakt omdat het lood op de bodem was blijven haken.Ik sprak over paternosters alsof ik nog nooit anders had gedaan.

zaterdag 3 april 2010

KKS06: De rookmannetjes


Onder de verkeerstoren van het havenhoofd bevindt een klein glazen hokje. Daarin zitten, als het te hard waait, oude Scheveningse mannetjes een sigaretje te roken. ‘Roken en slap ouwehoeren, dat is wat we hier doen’, zegt een van hen als ik erbij ga zitten.  Het is lang geleden dat ik een dergelijk enthousiast fanatisme heb gezien als het om roken gaat. Ja, in de film over Serge Gainsbourg werd ook gerookt als gekken, maar dat speelde in het Frankrijk van de jaren zestig. De rokende mannetjes nemen me ook mee terug in de tijd.  De muur hangt vol met afbeeldingen van kotters, loggers en Bomschuiten.

vrijdag 2 april 2010

KKS05: Zo is het begonnen



"Ik was een jaar of twintig en lid van de zeil vereniging. Op een gegeven moment, laat het 1966 zijn geweest, kwam er een jongen terug uit Amerika en die had voor het eerst zo’n plank bij zich. Deze liet hij ons op de vereniging liggen, voor opslag, maar op een gegeven moment hebben we hem niet meer gezien. Toen zijn wij er mee aan de slag gegaan maar dat ging voor geen meter, we vielen er de hele tijd af,  totdat iemand tegen ons zei dat je er wax op moest smeren. Dus wij hebben toen bij de drogist zo’n blok gekocht en zo is het begonnen."

donderdag 1 april 2010

KKS04: Nooit meer naar Simonis

Onder mij, in de opslag container,  ligt een bakje met daarin zwarte wormen. Ik heb ze van M gekregen, de kok van het terrein. Hij heeft me zijn hengel geleend en me de kneepjes van het vissen bijgebracht. Maar het waaide te hard,  voor een beginneling als ik, om een hengel uit te slaan.

KKS03: Waar de stad overgaat in iets anders


De Ding Doctor noemt mij inmiddels heel toepasselijk ‘Filosoof in een bruine container’, anderen noemen mij de vuurtorenwachter vanwege een reflecterende jas waar ik in rondloop. Ik noem hem uiteraard de Ding Doctor. De Ding Doctor is gisteravond nog even langs geweest in het  kraaiennest. Mijn uitzichtpunt en slaapcabine bovenop de bruine container. Hij vroeg zich af wat ik daar uitspookte.  'Ik houd hier kantoor', zei ik terwijl de Ding Doctor dingen uit een zakje haalde.