Middenin de woestijn staat een parkeerplaats. Ik zie hem helder voor mij, als in een droom. Alles zit erop en eraan. Lantarenpalen, slagbomen, stoplichten en kaartjesapparaten staan allemaal precies op de juiste plek. De witte lijnen zojuist geschilderd, geven de rijrichting aan en markeren de plek waar de auto’s mogen stoppen. Maar er zijn helemaal geen auto’s. Er is alleen zand en de tijd die voorbij gaat. s’ Nachts schieten, als uit een reflex, de lantarenpalen aan. Een wonder, een waar kunstwerk. Ik sta perplex, als ik er naar kijk, vanuit mijn droomcontainer. Pas bij het ontwaken zie ik mijn fout in. De parkeerplaats staat helemaal niet in de woestijn want er komen golven aangerold over het zand. Bij nader inzien is het misschien ook geen parkeerplaats maar iets anders dat zich als zodanig heeft vermomd. Nu ik wakker ben, zie ik dat er auto's onder de rood witte slagbomen doorrijden. Het beeld begint op te klaren. Ik kijk naar buiten en zie een tijdmachine. Of liever gezegd een tijds versnipperaar. De tijd is niet langer iets dat voorbij gaat, zoals in mijn droom, maar de tijd is een waardeproduct geworden. Voor elke snipper wordt betaald. Het zijn de auto's die voorbij gaan.