vrijdag 9 april 2010

KKS11: Ontsnappingskunstenaars


Het wordt langzaam warmer, de lente heeft zich de afgelopen dagen duidelijk laten zien. Zelfs de zee, die schuimend het strand aait, toont zich van haar meest zalvende kant. De winternevels die vanuit onze magen met de vluchtige lucht mee omhoog komen, worden verbrand in de trillende lucht van het kampvuur. De eerste exhibtionist heeft  zich vandaag alweer uit de kleren gewaagd. Hij rende enthousiast rondjes om het eiland dat hij van zijn kleren had gemaakt. ‘Ik geniet van de natuur’, riep hij tegen de agent die hem met zijn pet en uniform imponeerde, nog voordat hij iets had gezegd. De agent, die leunend op zijn herenfiets vanaf de havenpier het tafereel gadesloeg, zei tegen de exhibitionist dat het naaktstrand een stuk verderop lag. Het zijn de rituelen van de lente. Ieder jaar opnieuw worden dezelfde toneelstukjes opgevoerd.

Ook het aanleggen van een kampvuur is zo'n ritueel. Je krijgt het gevoel alsof je het allemaal al eens eerder hebt meegemaakt. De scherpe geur van brandend hout roept beelden op van gebeurtenissen uit het verleden. Je ziet een knapperend vuur en je denkt; dit ken ik ergens van. Het is nou eenmaal iets wat we doen, vuur maken. Vooral de gitaar die niet veel later erbij wordt gepakt past bij het oertafereel van een kampvuur zoals iedereen die wel eens heeft meegemaakt. Naast mij zit A, die de bank heeft gemaakt waarop wij rond het kampvuur zijn verzameld.  A heeft wel wat weg van een indiaan, met zijn lange grijze haren en dichtgeknepen ogen. ‘Ik heb jarenlang in de wouden van België gewoond’ , vertelt hij. ‘Als je je overgeeft aan de stilte ga je vanzelf dingen voelen.’ Ook vertelt hij hoe door een lang verblijf in het bos je zintuigen versterken,'door de afwezigheid van kunstlicht ga je vanzelf beter zien in het donkere bos.'
En even later: ‘Het zit er allemaal nog wel, bij de moderne mens, diep weggestopt,dat wel, maar het komt gemakkelijk weer boven.’
Naast A zit R die als schipper werkt op een boot die begrafenissen doet op zee. Hij is net als A een ontsnappingskunstenaar. Als ik aan R vraag hoe dat moet, ontsnappen, dan aarzelt hij geen moment: 'Je moet je ten eerste failliet laten verklaren en zorgen dat je geen schulden meer hebt, het moment dat je handtekening niets meer waard is, ben je pas echt vrij. ‘
Verheugt met al deze tips probeer ik alle woorden die hij spreekt zo goed mogelijk te onthouden. R weet waarover hij praat.  Als hij na al zijn reizen weer een nieuw pasoort nodig had dan schreef hij zich tijdelijk in. ‘ Ik heb het vorige maand nog gedaan en me daarna direct weer uitgeschreven. De mevrouw op het stadhuis zei:’ maar waar gaat u dan naartoe verhuizen? Naar de hemel, zei ik toen, en dat heeft ze toen keurig ingevuld op het formulier. Een jongen van 22 die een zeilmakerij is begonnen op het containerdorp, heeft het gevoel dat er belangrijke dingen worden gezegd, maar hij begrijpt nog niet helemaal hoe het zit. ’ vrijheid betekend verantwoordelijkheid nemen. Je stapt eigenlijk uit het systeem en levert je bijdrage op een andere manier die directer is dan belasting betalen.’, zegt A.
De jongen is geïntrigeerd, hij heeft nog nooit zulke verhalen gehoord,  zegt hij. Toch grijpt hij nog in het duister over de betekenis van de vrijheid die hier besproken wordt. A stelt hem gerust: ’Je bent nog jong en ontsnappen moet je leren. wij hebben er ook lang over gedaan, eerst waren we in loondienst en daarna zijn we voor ons zelf begonnen en pas daarna zijn we ontsnapt, ook hebben we ondertussen nog gezinnen gesticht. Inmiddels zijn we allebei 55. Het duurt lang voordat je door hebt hoe het systeem werkt. ‘ Beide heren zijn het erover eens dat er geen vaste plattegrond bestaat van de te nemen ontsnappingsroute. We drinken in stilte onze blikjes bier. Ik buig mij voorover om een handje pinda's te nemen, een onbewuste handeling denk, misschien dat kauwen op pinda's helpt bij het herkauwen van de informatie. Op het moment dat ik een paar pinda's in mijn mond stop fluistert A in mijn oor: 'Ik in de Belgische wouden een bosgeest ontmoet.'