Vanmorgen had ik met Fonger afgesproken in bakerij Nouman in de Keizerstraat. Je kan daar ook terecht voor een ontbijt en koffie. We spraken over de cultuur van het surfen en over de verhalen van Hemingway.
'Op mijn 18de ging ik een maand naar Bayonne om te surfen en daar las ik het boek Fiesta dat zich deels in Bayonne afspeelt en ik was direct verkocht. Ik voelde me verwant met Hemingway, ook nog eens omdat ik, net als hij, hospik ben geweest. Ik in Libanon en Hemingway was dat tijdens de eerste wereldoorlog in Italie.'
Toen Fonger vertrokken was bestelde ik nog een dubbele espresso, de derde van die dag en begon direct met het uitwerken van het interview. Ik had geen opname gemaakt en nu zat het nog vers in mijn hoofd. Mensen druppelden binnen voor de lunch. Sommigen alleen anderen kwamen met z'n tweeen. Een oud vrouwtje en haar dochter kwamen naast mij zitten en kibbelden over de nieuwe rollator die volgens het oude vrouwtje niet goed functioneerde. Het was een aandoenlijk schouwspel. De oude vrouw had nog maar heel kort geleden een rollator gekregen, na erg hard gevallen te zijn, maar ze wilde er eigenlijk niet aan. 'Toe nou mam', zei de dochter, die net als de moeder haar deel van het toneelstukje speelde. ' Ik ken mensen die zijn tien jaar jonger en lopen zonder probleem met zo'n ding.'
Later raak ik met ze in gesprek. De mevrouw vertelde dat een jonge arts in het ziekenhuis tegen haar had gezegd dat ze zulke lieve ogen had. Daarna hebben we de relatie tussen Scheveningen en Den Haag besproken, over de schande dat de drtie haringen op officiele documenten is verdwenen. ' Toen mijn man overleed stond er Den Haag in plaats van Scheveningen onder de doodsacte, ik heb geprotesteerd, maar het mocht niet baten.'
Ook het verdwijnen van de Norfolk container terminal was een pijnlijke aderlating voor Scheveningen en volgens bijde dames de schuld van Den Haag die het moedwillig heeft laten verslonzen. Het is de vraag of dit zo is, maar het resentiment tegen het overheersende Den Haag zit diep bij de echte Scheveningers. Of dingen waar zijn of niet, doet helemaal niet meer ter zake. Maar ik denk wel dat de Scheveningers een punt hebben als ze ebweren dat Scheveningen meer is dan een badplaats. Ik neem afscheid van moeder en dochter en rij terug naar het containerdorp. Daar wordt ik aangesproken door Maurice van de surfshop. Hij vraagt zich af wat ik met de container van Badgasten heb uiteghaald. 'Het was eerst zo lekker strak.', zegt hij zonder te lachen.'Ik heb het lekker gezelllig gemaakt', leg ik uit.Maurice zegt dat hij een ander idee van gezelligheid heeft, maar vertelt er niet bij wat idee dan precies inhoudt. Als ik doorloop naar de container, mijn tijdelijke verblijf, gaat Maurice verder met het ophangen van wetsuits aan rekken voor zijn winnkel. Hij wil graag dat het er netjes uitziet. Daarna zet hij het fietsje weer recht op waar een klein surfplankje aanvast zit met surfshop erop. Het fietsje blijft, door de harde wind, nooit lang staan.