Wat Heuts met Kant zegt is dat beleefdheidsvormen een mens van ons maken. Toch denk ik dat Heuts in naam van Kant het zogenaamd instrumentele karakter van de mens tekort doet. Het menselijke wordt namelijk lijnrecht tegenover het instrumentele geplaatst en het is de vraag of dat terecht is. Ik zou zeggen: Menselijkheid volgt uit het gebruik dat we van elkaar maken en beleefdheid is de smeerolie van dat functionele contact. In tegenstelling tot wat Kant beweerd hoeft beleefdheid niet per se oprecht te zijn om effect te sorteren.
dinsdag 6 april 2010
KKS09: Groente en fruit
Volgens het categorische imperatief van Kant is vrijheid alleen mogelijk indien we onze medemens ook altijd zien als doel in zichzelf. Om een voorbeeld te geven: In de supermarkt zeggen we niet alleen goede morgen tegen het hoofd van de afdeling groente en fruit omdat we hem zien als een middel om groente te krijgen, maar ook omdat we hem zien als mens. ‘Juist de verplichting beleefdheden uit te wisselen doet ons uitstijgen boven het louter instrumentele, op nut gerichte handelen van alledag en maakt zo vrijheid mogelijk’ , schrijft Leon Heuts in de Volkskrant van zaterdag 27 maart.
Wat Heuts met Kant zegt is dat beleefdheidsvormen een mens van ons maken. Toch denk ik dat Heuts in naam van Kant het zogenaamd instrumentele karakter van de mens tekort doet. Het menselijke wordt namelijk lijnrecht tegenover het instrumentele geplaatst en het is de vraag of dat terecht is. Ik zou zeggen: Menselijkheid volgt uit het gebruik dat we van elkaar maken en beleefdheid is de smeerolie van dat functionele contact. In tegenstelling tot wat Kant beweerd hoeft beleefdheid niet per se oprecht te zijn om effect te sorteren. Door het afdelingshoofd groente en fruit van de supermarkt louter te zien als een medium voor de juiste vitaminen en doordat hij jou louter ziet als klant ontstaat er een afgebakend gebied waarbinnen de vrijheid ontstaat om mens te zijn. Als je vriendelijk blijft tegen het afdelingshoofd vers dan schemert de mens als vanzelf door het groente medium heen. Dan zegt hij ineens dingen als: ’Ik ben 's nachts wel eens wakker geworden met de smaak van slagroom in m’n mond.’ Dat zijn opmerkingen die het louter functionele overstijgen, maar het behoort wel degelijk tot de mogelijkheden. Voor de eenzamen onder ons schuilt er hoop in de afdeling groente en fruit.
Wat Heuts met Kant zegt is dat beleefdheidsvormen een mens van ons maken. Toch denk ik dat Heuts in naam van Kant het zogenaamd instrumentele karakter van de mens tekort doet. Het menselijke wordt namelijk lijnrecht tegenover het instrumentele geplaatst en het is de vraag of dat terecht is. Ik zou zeggen: Menselijkheid volgt uit het gebruik dat we van elkaar maken en beleefdheid is de smeerolie van dat functionele contact. In tegenstelling tot wat Kant beweerd hoeft beleefdheid niet per se oprecht te zijn om effect te sorteren.