woensdag 24 november 2010

De stad in

Het kostte mij moeite om in Groningen aan te komen. Halverwege de reis ben ik dingen kwijt geraakt. Dingen die ik later weer kon ophalen in een stad en een tijdstip die het reisschema behoorlijk in de war gooide. Ik heb er twee dagen over gedaan, mede omdat het tijdstip waarop ik mijn telefoon en pasjes kon ophalen telkens veranderde. Ik was afhankelijk van weldoeners moet u weten.
Nu ben ik in Groningen, die stad die ik maar al te goed ken. Ik ben nooit echt lang weggeweest en telkens als ik terug ben dan zie ik de koppen weer.Soms zie ik de cycloop bij de museunm brug, een en al oog op zijn gekleurde fiets. vandaag zag ik weer de man met zijn electrische gitaar in de folkingestraat, een drubbel hing aan zijn neus en hij droeg weer zijn groene laarzen. Er wordt van hem gezegd dat hij ooit studeerde aan de universiteit maar dat hij kortsluiting heeft gekregen. Soms ook zie ik kameraad die je vaak nadert vanuit een hoekje spiedend met zijn gele ogen. De laatste keer dat ik hem zag had hij iets weg van een figuur uit de boeken van Tolkien. Maar dat was in de zomer en sindsdien heb ik hem niet meer gezien.
ook de man met de kraai op zijn schouder is weg en hoe zou het zijn met de half dode Nietzsche vertaler?
Ik zit in huize De Beurs en denk terug aan Rotterdam. Ik heb aantekeningen gemaakt over die stad en nu probeer ik die van een afstand te interpreteren, dat is beter denk ik. Ik krijg koude voeten van de draai deur, een rad die warme lucht naar buiten draait en koude naar binnen. Ook de stad Groningen moet nog worden onderworpen aan een nulmeting, een analyse van haar dichtheid. Het probleem met Groningen is; het is zo pittoresk en Martin Bril heeft er zo leuk over geschreven.