vrijdag 11 juni 2010

Koffie


Vanavond heb ik met  lieve G en een vriend gegeten in het restaurant Da Vinci. De pasta aglio olio smaakte uitstekend. Op weg naar huis kwamen we op de hoek van de Ossenmarkt een man tegen in een rolstoel. Hij had een ooglapje om en hij rookte een sigaret. We herkenden deze man als Ludwig, de enige levende die ik ken waar al een begrafenisfeest voor gegeven is met muziek en dans. Ludwig, de levende dode(of: deadman rolling, hij zit in een rolstoel). Zo spreekt hij ook over zichzelf; het kan ieder moment gedaan zijn. Ludwig was op weg naar huis, maar rustte nu even uit op de hoek van de Ossenmarkt, zei hij. Hij was met Anneke Claus (stadsdichter van Groningen) naar het Prinsentheater geweest.' Het stuk ging over de jongeren van toen, gespeeld door jongeren van nu, het ging dus over mij en dan ga je toch vergelijken...maar goed, als ik daar niet meer heen kan dan maak ik er een einde aan, dat heb ik ook afgesproken met mij huisarts.'  Daarna hebben we Ludwig sterkte gewenst en reden we weg op onze fietsen. We hadden ineens enorme trek gekregen in koffie. Tijdens de koffie werden we overvallen door een hevige melancholie. Misschien was dit wel de laatste keer dat we Ludwig hadden gezien op het het moment dat we zin hadden in koffie.