vrijdag 26 november 2010
Chocolademelk
Ik zit in huis de beurs aan de vismarkt, te wachten. Waarop is nog onduidelijk. Ik eet een dagsoep, venkel aardappel. Niet slecht al had het van mij wel wat pittiger gemogen. Een vrouw met asblond haar dat als een helm om haar schedel is geknipt, zit een aantal tafeltjes verderop uit het raam te kijken. Ze draagt een blauwe fleecetrui en drinkt chocolademelk uit een beker. Ze zou een toerist kunnen zijn. Als ze wil betalen is ze afwachtend, een beetje bedeesd. Alsof ze dit niet al te vaak doet. Ik heb al afgerekend voordat zij klaar is. Dan trekt ze haar jas aan en loopt naar buiten. Zij heeft spullen bij zich, twee kledingtassen en een lederen schoudertas. Ik heb alleen een camera tas. Het is een zalmroze jas, die ze draagt, daar loop ik achteraan. Zelf draag ik een witte broek en rode schoenen, niet de beste outfit voor een achtervolger. De vrouw loopt wat moeilijk, ze gaat voor de Albert Heijn langs en slaat links af naar de A kerk. Tot mijn schrik gaat ze daar op de bus staan wachten. Even later stapt ze in de bus naar vinkhuizen en ik stap uiteraard ook in. Geen betere plek om je hoofd volstrekt leeg te maken dan in een bus. Dat geldt althans voor mij. Zodra ik een bus in stap verlaten alle gedachten mijn hoofd. I Go blank, om het maar eens in het Engels te zeggen. Mijn lot ligt nu in handen van de vrouw die achtervolg. Deze bustocht voelt net zo aan als het tochtje op de vleugelboot in Rotterdam, ineens ontsnapt de stad, door een spontane handeling glipt ze weg. Ik zie door het raam hoe de dichtheid verdwijnt en de gebouwen steeds verderaf komen te staan. Er komen een aantal jaren zestig en zeventig flats in beeld. Jaren vijftig wijken, laagbouw. Vlakbij de rotonde waar kunstenaar Gjalt Blaauw een turkoise bliksemflits op heeft gezet stapt de vrouw uit. Het ziet er nieuw uit hier, een winkelcentrum en een aantal hoogbouwtorens die nog niet zo lang zijn opgeleverd. Maar er staan ook oude flats en huizen, zoals de diamantflat. De vrouw met de zalmroze jas loopt voorbij het winkelcentrum en ik volg haar terwijl ik foto’s maak van de omgeving. Moet je geen foto van mij maken, zegt een jongen met een muts op die nonchalant een broodje eet. Wil je dat dan? Nee, niet per se, zegt hij zo cool mogelijk. Dit gesprek voltrekt zich af bij de paladium flat en als ik om me heen kijk zie ik dat de vrouw hier naar binnen glipt. Ze is me ontvlucht. Jammer. De paladium flat is namelijk een mooi voorbeeld van intense hoogbouw. Hiermee wordt de draagkracht van het nieuwe winkelcentrum bewerkstelligt. Op die manier probeert de gemeente in de buitenwijken meer leven op straat te genereren. Voor de speciale winkels en voor een chocolademelk, gaan sommige bewoners dan blijkbaar toch met de bus naar de binnenstad.