woensdag 6 januari 2010

Schilderij


‘Ben je een schilderij?’, vroeg de lieve G nadat het helemaal was misgegaan met de boerenkool. De boerenkool zelf was wel gelukt, maar er ging iets mis met het serveren ervan. De timing was verkeerd. We hadden namelijk onverwacht bezoek gekregen terwijl de boerenkool al op het gasfornuis stond. We dronken een wijntje terwijl het kookproces doorging. Dat gaat vanzelf. Uit een automatisme ging ik gewoon door met de handelingen die ik gewent ben te doen. Koken en daarna het eten op een bord scheppen. Terwijl de vriendin en G de foto’s van oud en nieuw bekeken, at ik mijn bordje leeg. Dit had als gevolg dat mijn eten al op was toen G nog moest beginnen. Het avondmaal, het moment van rust, was volledig verpest. Op dat moment was dus die vraag gekomen. De vraag of ik een schilderij was. Ik wist niet goed hoe ik hierop moest reageren, maar dat was ook niet nodig.
‘Dat zou namelijk fijn zijn. Een leuk schilderij met een huisje en een tuintje waar je dan kan rondscharrelen. Dan kijk ik af en toe wat je aan het doen bent.’
‘En hoe moet dat dan als we gaan eten?’, vroeg ik voorzichtig.
‘Dan zet ik het schilderij tegenover me op een stoel. Dan is het net alsof je ook aan tafel zit.’