maandag 18 januari 2010

Schateiland


Vanmiddag besloot ik een lampenfabriek te bekijken. Een vriend van een vriendin heeft de fabriek op het NDSM terrein recentelijk overgenomen van zijn vader. Dat ze nog in Nederland produceren en niet in China, komt door de populariteit van de cilindervormige lamp. Die is namelijk niet in elkaar te schuiven en dan passen er niet genoeg in een container om het betaalbaar te houden. Ik besloot een kijkje te nemen en nam om vier uur het meest linker pondje achter het centraal station. Langzaam ploegde het scheepje door een dikke mist, waardoor de overtocht iets avontuurlijks kreeg. Bij een haventje, waar een oude Russische onderzeeĆ«r niks ligt te doen, meerden we af. Ik had vanaf het water de loods, waar ik moest zijn, al gezien. De jongen had gezegd dat er met grote letters, be a terrorist, not a tourist op zijn loods stond geschreven. Die tekst was niet van hem. Helaas bleek hij er niet meer te zijn omdat hij om half negen al begint met werken. Op de terugweg naar de pond vond ik naast de loods tegenover een half afgebouwd huis of kantoorpand, twee briefjes van twintig in de modder. Ik keek om me heen, maar er was niemand te bekennen. Misschien begint iedereen hier om half negen. Ik schoof de briefjes tussen het boek dat ik aan het lezen was, zodat ze konden drogen, en haastte me om de boot te halen. Het bleek om de pond naar de houthavens te gaan en niet naar het centraal station. Er is nog tijd, dacht ik en ik spoedde me terug naar de plek waar ik het geld gevonden had. Ik merkte dat er zich een kleine goudkoorts van mij meester begon te maken. Misschien lag er ergens een grote plastic zak vol met briefjes van twintig, waar deze uitgewaaid waren. En verdomd, een eindje verderop vond ik nog een briefje, wat was hier aan de hand? Een smerig leren jasje hing over een meerpaal. Ik overwoog het jasje te dorozoeken, maar toen kwam mijn pond aan eraan en maakte ik mij uit de voeten. Eenmaal aan boord keek ik hoe de aanlegsteiger de loods en de Russische duikboot langzaam in de mist verdwenen. Het idee dat daar ergens op dat ‘eiland’ een grote som geld begraven lag kon ik niet langer uit mijn hoofd zetten. Misschien was er veel geld van de bouwfraude begraven op de NDSM werven. Sommige mensen kopen een staatslot, ik pak vanaf nu af en toe de pond achter het centraal station.