vrijdag 8 januari 2010

Haring


Er was markt vandaag in Almere-haven. Tegenover buurtcentrum Corosia, dat in de volksmond De Roestbak wordt genoemd, stonden de kraampjes met mutsen, lappen stof en babyschoentjes in rijen naast elkaar. Vanaf daar ging een sliert van kraampjes de hoek om en liep door tot aan het andere plein tegenover de Albert Heijn. Op dit pleintje kocht ik een haring die tot mijn verrassing voor mijn ogen werd versneden tot hapklare stukjes. Ik verstond de vrouw niet, die zich met de versneden haring op een kartonnetje, naar me had omgedraaid.‘Of dat je er augurkjes bij wilt?’, zei de ze voor de tweede keer. Niet onvriendelijk, maar met een zwaar Amsterdams accent. Uit beleefdheid zei ik ja, alhoewel ik nog nooit augurken bij de haring had genuttigd (achteraf hoorde ik dat dit heel gebruikelijk is, het lag dus aan mij). Ik vind het eerlijk gezegd niks om de haring met een vorkje te eten. Het doet op een vreemde manier denken aan bijeenkomsten op Nederlandse ambassades in het buitenland. Vers ingevlogen haring op een stukje roggebrood en daar dan een vlaggetje in. Gruwelijk. Ik houd ervan om de haring tussen duim en wijsvinger af te happen en dan het boterzachte vlees te proeven. Op de vismarkt in Groningen heb ik eens een vrouw met rood gestifte lippen een haring zien eten, niet met een aanstellerig vorkje, maar op de klassieke wijze. Ze zag er sjiek uit, maar stelde zich allerminst aan. Het is een beeld dat ik niet snel zal vergeten.