dinsdag 12 januari 2010
Nieuwjaarsborrel
Wim de Jong memoreert in zijn column in Volkskrant magazine de vele nieuwjaarsborrels van toen hij nog op kantoor werkte. Vooral hoe ze meestal gruwelijk uit de hand konden lopen.’Het kwam nogal eens voor dat er grote en kleinere drama’s uit voortvloeiden: zoenen, overspel, slaande ruzies met andere gasten of uitsmijters van kroegen en clubs, of hoog oplaaiende onderlinge conflicten.’
Aangemoedigd door deze vooruitzichten besloot ik gisteren naar de nieuwjaarsborrel van alle culturele instellingen van Den Haag te gaan. Toen ik mij om vijf uur met twee vrienden meldde bij de deur van het Spui theater was er geen doorkomen aan. De dichter des vaderlands was bezig een gedicht voor te dragen over Vermeer. Het was een mooi gedicht geweest, hoorde ik achteraf. We besloten dus eerst maar in een andere kroeg wat te gaan drinken. Toen we terug kwamen waren alle consumptie muntjes op en moest er met klinkende munt worden afgerekend. De dichter des vaderlands was inmiddels in geen velden of wegen te bekennen, er was wel een jongen in een zilveren legging die door middel van een microfoon poëtisch bedoelde woorden over het publiek uitstrooide. Hierdoor kon je elkaar nauwelijks verstaan. De borrel is verder zonder noemenswaardige incidenten verlopen. Toen we thuis kwamen troffen we Maurice rokend op de stoep. We vertelden hem over de jongen in de zilveren legging en hij had acuut spijt dat hij niet was gekomen. Aan Maurice zijn zilveren leggings blijkbaar wel besteed. Hij zou de volgende dag weer terugvliegen naar Thailand, dus dronken we samen nog een vodkaatje. Dat werd een hele fles en zo liep de nieuwjaarsborrel op het laatste moment toch nog, zoals het hoort, helemaal uit de hand. Gelukkig maar.