woensdag 2 september 2009

Slechte start


Het Academisch jaar is geopend, we zitten halverwege week één. Voor het eerst sinds lange tijd zou ik plaats gaan nemen in de college banken, dit keer om te leren wat het betekend om een hoofdpersoon te zijn. Ik zat alleen met een probleem of beter gezegd met een interview dat ik een half uur voor aanvang van het college nog telefonisch moest afnemen. De drukke projectontwikkelaar die ik moest spreken had nog één gaatje voor me gevonden. Ik hoopte dus maar dat ze daar in Leiden een lege collegezaal voor me hadden. Het gebouw waar ik moest zijn heet het Lipsius gebouw en kan het beste worden omschreven als een gezellige jaren zeventig kolos met een hoop beton. Van de concierge mocht ik in het EHBO hok ergens in de kelder van het Lipsius gebouw. Hij wist alleen niet zeker of er wel mobiel bereik was. Dat heb ik dan ook eerste even getest. Gezellig was het daar niet, maar ik kon prima bellen gezeten op een rolstoel en met mijn laptop op een ziekenhuisbed. Het was een kwestie van afwachten tot ik opgeroepen zou worden. Toen ik om half drie weer een keer op mijn telefoon keek zag ik tot mijn schrik de afschuwelijke mededeling ALLEEN NOODOPROEPEN op mijn schermpje. Dus ik rende als een bezetene naar het trappenhuis waar ik een stopcontact vond voor mijn laptop dat als opname apparatuur functioneert. Het was nu zes over half, maar er werd niet gebeld. Om kwart voor drie belde ik zelf maar op. De secretaresse zei dat ze me vijf voor half drie had geprobeerd te bellen, maar dat mijn telefoon uitstond. ‘ dat is het niet’ jammerde ik ‘Ik zat in een kooi van Faraday.’
Later bleek ook nog eens dat het college pas volgende week begint. Dat is nou typisch een geval van een slechte start.