-->
Hans
Goslinga krijgt de eerste Heldring prijs voor beste columnist. Ik ken
Goslinga’s columns niet, moet ik bekennen. Ik las de columns van Heldring wel
graag, vooral omdat hij een aantal complexe dingen vrij eenvoudig op een rijtje
wist te zetten. Het ging hem om de feiten en minder om een mening, al gaf hij
toe dat het poneren van feiten ook niet per se objectief was.Maar
als hij dan inderdaad iets van een mening formuleerde vond ik het direct minder
sterk. Goslinga haalt in zijn aanvaardingsrede, die staat afgedrukt in de NRC van vandaag, juist de dingen aan waarvan ik
denk dat Heldring emotioneel uit de bocht vliegt. Zoals de vraag of de Verlichting wel zo'n goed idee is geweest. “Wat heeft de emancipatie van de mens
van ‘hogere krachten’ opgeleverd? Heeft de twintigste eeuw niet aangetoond dat
de mens die zich van God bevrijd heeft, verleidbaar is gebleken voor andere,
demonische krachten, valse goden?” Aldus Heldring.
Goslinga
noemt dit een indringende column. Ik noem dit fragment gratuite gedweep, want
wie zegt eigenlijk dat we bevrijd waren van de Goden? Leunde het fascisme niet
sterk op religieuze motieven juist om de Jodenhaat te verantwoorden? De Verlichting heeft er ook voor gezorgd dat we betere medische behandelmethodes hebben en allemaal te eten en het kapitalisme. Goslinga’s
lezing eindigt als volgt: “De conclusie van Heldring was niet direct opgewekt:
Misschien beleven we het herfsttij van de Verlichting en van de democratie, die
haar gezellin is. Ik ben minder somber, maar het is zaak alert te blijven, of
dat nu vanuit het (NRC) motto Lux et Libertas (licht en vrijheid)
is of uit de vrijheidsdrang waaruit mijn krant (Trouw) is geboren.”
Dat motto aanhalen is ook gedweep, trouwens.