In de Groene Amsterdammer las ik het merkwaardige verhaal over Bin Talal van Roos van der Lint. Hij is een Saoedische prins die al 150 dagen op het stationsplein van Leiden bivakkeert.
Ooit had hij tien miljoen op een Zwitserse bakrekening. De Zwitserse bank claimt dat het geld is verdwenen omdat zijn vader het in aandelen had belegd die 'verdampt' zijn. Wat er nog over was aan geld (35000 euro) maakte snel op omdat hij gewend was aan een leven in hotels. Toen was de prins een dakloze illegaal. Na het verlopen van zijn studentenvisum vroeg hij geen verblijfsvergunning aan in Nederland. Over een paspoort beschikt hij niet.
Sommige geloven het verhaal, anderen niet. Feit is dat de Leidenaren hem hebben geadopteerd en hem boodschappen brengen. Sinds hij op straat woont is hij aangekomen. Het ultieme bewijs voor het belang van een goed verhaal.
Wat hij daar doet is onduidelijk. Hij wil dat zijn volk in opstand komt tegen het huidige regime van Saoedi Arabiƫ.
Dit schrijft Roos van der Lint:
"Toen Bin Talal op een ochtend zijn ogen opendeed, stond daar Sinterklaas, met twee warme sjaals voor hem. Er zijn vrouwen die hem omhelzen. Ze komen heel dichtbij met hun gezicht, zeggen lieve woordjes en toveren iets lekkers te voorschijn. Voor jou, zeggen ze dan, en vertrekken weer. Of mensen komen bij hem terecht met hun eigen sores. Mijn man dit, mijn vrouw dat. Ik heb genoeg aan mijn eigen problemen, denkt Bin Talal dan, maar altijd zal hij vriendelijk lachen. Wonend in de publieke ruimte is hij altijd beschikbaar. Hij is niets dan dankbaar voor alle zorg."
Dat hij zichzelf ondanks die 35000 euro alsnog onder de armoede grens heeft gekregen moet toch wel als bewijs gelden dat hij een prins is. Hij kent de waarde van geld niet.