dinsdag 13 november 2012

Droom

-->
 
Wereld winkel. De wereld is een winkel. Dat zijn mijn eerste gedachten. Het is donker. De rolluiken van de winkel zijn nog gesloten en ik bevind mij in de duisternis. Het is niet helemaal duidelijk waar ik ben, de duisternis wordt ook minder, er hangt een rode gloed overheen. De zon schijnt door de rolluiken naar binnen. Ben ik binnen of buiten? Langzaam begint mij iets te dagen. Ik herken de contouren van een huis, een raam en een vrouwenfiguur dat ervoor staat. Dit is de wereld van het melkmeisje, denk ik. Ik ben wakker geworden in een droom. Het melkmeisje glimlacht. Het is een verschrikkelijke glimlach vol liefde en genegenheid. Ze houdt haar melkkan uitnodigend omhoog. Of ik misschien een glaasje melk wil? Er schiet een waarschuwingsprikkel door mijn rug. Ik weet dat melk ongezond is.  Ik moet hier weg, maar hoe? De rolluiken blijven dicht. Ik loop van haar weg en probeer me mentaal tot het uiterste in te spannen. Slechts heel langzaam lukt het mijn ogen te openen. Als rolluiken sleep ik mijn oogleden omhoog. Daar lig ik in de etalage van mijn eigen kamer, voor de hele wereld te zien. Mensen wijzen naar mij en stoten elkaar aan. ‘Die is bij het melkmeisje geweest zie je dat?’ Roerloos kijk ik terug, mijn spieren zijn verlamd. Het is mijn ochtenderectie waar men om lacht. Maar ik kan er niets aan doen. Dat is de vloek van het melkmeisje, de prijs die ik moet betalen omdat ik haar heb verraden.