zondag 12 april 2009

OB09.Sporen van ontwerp


Vanmorgen vertrokken we uit pension de Wadvaarder in Midsland met als voornemen een ‘paviljoen’ te zoeken dat nog niet bestond. Onze schamele bezittingen hadden we onder de snelbinders van de leenfietsen gebonden en zo reden we de knisperend koude ochtend in. Ons doel was niet ver weg, volgens een uitgeprintte satellietfoto moest het zich ergens in het bos bevinden boven een geïsoleerd stuk duin. Dat leek makkelijk, maar het kostte ons toch nog twee rondjes fietsen om te concluderen dat ons doel de motorcrossbaan moest zijn. Er werd geracet vandaag, je hoorde het gezoem al van verre over de duinen trillen. Het race evenement had, zoals alles op Terschelling, iets gemoedelijks. Er waren veel gezinnen aan het kijken en verschillende leeftijden kwamen op de baan aan de beurt. Aan de start stond een caravan van waaruit het commentaar werd verzorgd. Je kon warme chocolademelk en verse vis krijgen. De vis was een bijvangst geweest en bestond uit paling en tong. Als de commentator z’n mond hield, klonk er vrolijke westernmuziek. Naast de crossbaan ontwaarde wij een grote berg van zwarte aarde en kluiten. Een kunstmatige terp, bij elkaar geschoven met bulldozers. Toch was de vorm al direct opvallend. Dit was geen toevallige ophoping, hier was reeds spraken van vormgeving. Toen we de berg beklommen zagen we dat er ook bovenop al sporen van ontwerp en vormgeving waren te zien. De top bestond uit twee delen. Een hoger plat gedeelte en een lager gedeelte met schuine aarden wallen. Een iets langere schuine lage wal verbond hoog en laag met elkaar. We ontwaarden paaltjes met fel oranje stickers erop. Dit wees op landmeters die de piketpaaltjes reeds hadden geslagen.
Het element van de twee vlakken, van hoog en laag, deed mijn vermoeden sterken dat dit wel een locatie van het observatorium moest zijn. Bijna ieder beeld dat ik tot nog toe had gezien was gestoeld op het principe van de 'Communicerende vaten'. Ik zag het in Neukirchen, Essen en Groningen. In Groningen nabij het Zuilaardermeer zag ik bijvoorbeeld een beeld waarbij twee ruimtes aan elkaar verbonden worden door een derde, het landschap. Vervolgens wordt het paviljoen begeleidt door een liggende en een staand volume van T-balken, die met elkaar communiceerden over het fietspad. In plaats van een enkele punt in het landshcap ontstaat er op die manier ruimte. Hier bovenop de berg krijg ik een idee van wat de bedoeling is. Het lagere gedeelte is intiem en wordt beschermd door de opgeworpen wallen, het hogere gedeelte biedt uitzicht en zal juist de weidsheid van het landschap omarmen.
Dan dalen we weer af want het is tijd voor de tweede mange en een gebakken visje.