zaterdag 28 februari 2009
yp14. De winkel van de rechter
'Misschien moet u op cursus, een cursus communiceren met agenten’, zei de rechter gisteren tegen mij toen mijn zaak diende in Rotterdam. We zaten met zijn twintigen in de rechtzaal en, ook al moest ik maar liefst drie uur wachten, ik heb me maar heel zelden verveeld. Rechtspraak is een spel en het heet: wat wil je uit mijn winkeltje? . ‘Wat moet ik nu met u?’, zei de rechter geregeld tegen een verdachte die voor de zoveelste keer in het beklaagde bankje zat. ‘Ik heb maar een beperkt aantal artikelen in m’n winkeltje: boete, taakstraf of zitten. Maar gaat het ook helpen?’
De meeste straffen werden uitgedeeld aan mensen die zonder in het bezit te zijn van een rijbewijs, toch waren gaan autorijden. Ook was er een man die in het centrum van Rotterdam was gepakt omdat hij daar naakt rondliep. Het was de man die buiten de wachtruimte nog in een scoot mobiel rondjes had gereden. Zijn verhaal was een beetje moeilijk te volgen, maar het ging ondermeer over hoe hij aan zijn prothese been was gekomen. Iets met een schiet incident en hij vroeg of de rechter wilde helpen om die lui te pakken die hem dat hadden aangedaan, maar de rechter zei dat hij niet goed was in het vangen van boeven. ‘Daarvoor moet je bij een ander loket zijn.’ De rechter straft en voedt op, maar de naaktloper met het kusntbeen kreeg niets mee uit het winkeltjes van de rechter. Daarna was ik aan de beurt. Ik hield een pleidooi voor vrijspraak omdat ik verzet had gepleegt tegen oneigenlijk gebruik van politiebevoegdheid. 'De beweginsgvrijheid van agenten is wat mij betreft te groot aan het worden. Ze verzinnen te gemakkelijk een reden om je naar je identiteitspapieren te vragen.' Ik vertelde de rechter dat we maar al te gemakkelijk kunnen afglijden naar een politiestaat. Maar mevrouw de officier van justitie hield voet bij stuk, die boete stond. Ook de rechter hield de aanklacht overeind. Hij vertelde me dat agenten er zijn om mensen aan te pakken en niet om met burgers te praten,'Daar zijn ze niet voor opgeleid', en bovendien was er in Rotterdam een totaal ander klimaat dan in Den Haag volgens hem. Een zogenaamd lik op stuk beleid voerde hier de boventoon. Maar de boete van zeventig euro hoefde ik niet te betalen want ik had het bedrag ruimschoots terugverdiend door de wachttijd van drie uur. Zo kon ik na een halve dag weer de terugreis naar Ypenburg aanvaarden. Met de metro terug naar het centraal station en vanaf daar met de trein naar Delft waar ik met bus zestig meereed tot halte Laan van Nootdorp. Over de Nootdorpse landingsbaan, waar nooit en landingsbaan is geweest, liep ik terug naar huis. Toen ik de deur opendeed werd ik enthousiast begroet door de leenhond.