woensdag 18 februari 2009

yp4.Verdwijnpunten van een huwelijk.


Gisteren heb ik mijn eerste les in perspectief tekenen gehad. Een onderdeel dat de andere cursisten al lang achter de rug hebben. De groep bestaat uit vijf vrouwen en twee mannen. Aan hun onderlinge omgang te merken zijn ze al aardig op elkaar ingespeeld, sommigen zijn misschien wel met elkaar getrouwd. Daar had de cursus coördinator mevrouw Duuf me al voor gewaarschuwd: ’Het zou kunnen dat de mensen in de groep al teveel op elkaar zijn ingespeeld en dat je er dan niet meer tussenkomt.’
Terwijl tekenleraar Piet een opstelling maakt van een paar dozen en twee bloempotten, neem ik plaats achter een wit vel papier. Ik zit tussen Greta en Trudy in. Trudy is bezig met een olieverf portret van een blonde vrouw. Greta oefent nog wat met het natekenen van fiere klippers die ze uit tijdschriften heeft geknipt. Uiteindelijk moet er een grote klipper op doek worden geschilderd, maar zover is ze nog niet. Piet zet me onder tijdsdruk; ik heb tien minuten om de gestapelde dozen in perspectief te tekenen en ineens wordt ik behoorlijk zenuwachtig. Sinds de middelbare school heb ik geen tekening meer gemaakt en het grafiet schiet dan ook alle kanten op. Ik ben zo geconcentreerd bezig dat ik helemaal vergeet te praten en dat is niet de bedoeling want het tekenen is slechts een excuus voor mijn eenzaamheid. De cursus moet mij niet alleen perspectief bieden maar vooral ook vrienden in de wijk. Ik knoop daarom een gesprekje aan met Greta. Ze blijkt niet in Ypenburg te wonen maar in Leidschenveen, ‘Maar daar kan je geen tekenen en schilderen krijgen, vandaar’. Het is waar dat alle cursussen worden aangeboden onder het kopje Ypenburg/Leidschenveen. Greta verteld me dat ze werkzaam is als consultant voor verschillende charistische organisaties. Ik begreep eerst niet wat dat waren, maar zo worden in de wereld van de liefdadigheid liefdadigheidsorganisaties aangeduid. ‘Het is een keiharde wereld, niet met het mes op tafel, maar eronder’, zegt Greta, die het kan weten want ze heeft voor NOVIB gewerkt en daar werd ze door duistere krachten op een zijspoor gezet. Nu werkt ze nog steeds voor die organisaties, maar dan als freelancer. Ze helpt hen te berekenen hoeveel brieven de deur uit moeten om bijvoorbeeld 20% respons te krijgen. Piet onderbreekt het gesprek en legt me uit wat er allemaal fout gaat op mijn tekening. Hij maakt een nieuwe opstelling en laat zien hoe de lijnen de ruimte inschieten en waar de verdwijnpunten op de horizon liggen. Na een uur is het tijd voor een korte pauze. In de kantine die ‘clubhuis de cockpit’ wordt genoemd gaan we koffie en cola drinken. Op dat moment is daar de Ypenburgse mannenavond gaande. Er wordt bier gedronken, gekaart, gebiljart en in onvervalst plat Hagenees slap geouwehoerd. Later wordt zelfs vol overgave de klassieker ‘Oh, Oh Den Haag’ gezongen. Ik vertel Piet en de anderen dat ik in Ypenburg ben om de wijk te bestuderen. Greta wijst me erop dat ik dan ook aandacht zou moeten besteden aan het aspect van pionieren. ’Over verdwijnpunten gesproken, die eerste bewoners die keken nog uit over van die eindeloze vlaktes.’ Greta denkt dat veel mensen die een nieuw huis kopen in de buitenwijk dit doen om hun huwelijk te redden. ‘Het is weer een project waar ze gezamenlijk hun tanden in kunnen zetten.’
Als mensen op elkaar uitgekeken raken, gaan ze opzoek naar nieuw onontgonnen terrein. Een huis in een nieuwbouwwijk is zo’n nieuw terrein. De verdwijnpunten zijn opgeschoven en in dat wijdse perspectief kan het huwelijk nog een stukje worden opgerekt. Volgens Greta is het slechts een kwestie van uitstellen:‘Eerst een huis en dan misschien nog een kind, maar hooguit tien jaar later gaat het alsnog stuk.’
Greta's verhaal deed me denken aan de woorden van Piet:'Hoe ver weg het verdwijnpunt ook ligt, vroeg of laat komen daar de alle lijnen samen.'