vrijdag 27 februari 2009

yp12. Een dolle bende


Op vrijdag komt Inez altijd langs in Ypenburg om een reportage te maken. Ik neem haar dan mee naar een bijzonder plek in de wijk. Inez heeft een vader uit Egypte en een moeder uit TunesiĆ«. ‘lekker multi culti’ zoals ze het zelf noemt.
Vandaag heb ik haar meegenomen naar de geluidswal die de woningen in Ypenburg moet beschermen tegen het voortrazende verkeer van de E19 en de A13. Het mooie aan die plek is dat je de bijna idyllische woonomgeving hebt, met gras, bomen en een watertje waar een bruggetje overheen gaat. Maar als je die groene heuvel beklimt kom je ineens in een totaal andere wereld terecht. Vanaf de geluidswal waar een wandelpad is aangelegd kijk je op het bijna geweldadige voortdenderende verkeer onder je. Het is mooi hoe de wereld van het wonen en de wereld van het verkeer daar samenkomen. Dat is een moment waarop het specifieke karakter van de plek Ypenburg inzichtelijk wordt. Inez had haar auto geparkeerd op de parkeerplaats van de Ypenburgse luchtscouts. De scouts zijn gevestigd in de voormalige portierswoning van het vliegveld. Toen we er langs liepen zagen we dat de scouts aanwezig waren. Luchtscouts zijn scouts met een fascinatie voor de luchtvaart. Ze willen later allemaal iets met vliegtugen doen. Bas, een van de aanweige begeleiders van negentien jaar, wil bijvoorbeeld monteur worden van vliegtuigmotoren op schiphol. De jongens en meisjes waren enthousiast over de reportage, ze stonden op het punt om te beginnen aan een 'activiteit'. Ze gingen een pictogrammen spel maken waarbij de deelnemers alle verschillende typen vliegtuigen kunnen leren kennen. Maar de opname apparatuur dat Inez bij zich had, liet het afweten. Een van haar collega's had het apparaat niet opgeladen. We gingen buiten even een sigaret roken, om deze shock te verwerken. Roken kan soms nuttig zijn, zeker als de rust bewaard moet worden. Afspraken werden gemaakt en telefoonnummers werden uitgewisseld. Spontaniteit kan ten slotte alleen ontstaan bij een gedegen voorbereiding.

Ik heb mij laten afzetten bij grand cafe Un Alegra, dat er gezellig druk uitzag. Ik raakte in gesprek met een Indonesische dame die een voorliefde heeft voor Engeland. Ze wijt naar haar man, met een paardenstaart, die Engels is en een voorliefde heeft voor Nederland. Na even in Spanje te hebben gewoond hebben ze zich zeven jaren geleden in Ypenburg gevestigd omdat haar zieke moeder in Leiden woont. Het gaat inmiddles weer beter met haar moeder. Haar man is schilder en heeft de hele boswijk geschilderd. De Indonesische vrouw zegt dat ze echt gehuild heeft toen ze in Ypenburg kwam wonen, ‘van ellende’. Maar nu heeft ze haar draai aardig gevonden. En dat blijkt, ze kent iedereen in Un Alegra. Verder tref ik een Turks vrouw (van rond de dertig) met een veel oudere vriend (rond midden veertig). Ze woont bij haar moeder in Ypenburg.'Eerst woonde mijn moeder bij mij en nu woon ik bij haar', zegt ze. Ze verteld me dat ze in de ziektewet zit, al kan ik niet direct achterhalen wat er aan de hand is. Rob met wie ik buiten een sigaretje sta te roken, verklaart dat hij een echte Ypenburgers is en dat Ypenburg niets met Den Haag te maken heeft. 'we zijn een voormalig vliegveld geweest, dus we zijn een eigen plek met een eigen geschiedenis.'
Als ik afreken, verteld uitbater Frans dat Un Alegra een dolle bende betekend, in het Italiaans. ' wij zijn de eerste kroeg die je tegenkomt vanaf het ADO stadion.'