vrijdag 26 februari 2016

De fotograaf als medium


Ik was vandaag bij een besloten bibliotheek sessie van Stroom. Dat klinkt heel mysterieus, maar is eigenlijk een gezellig theekransje waarbij een hoofdgast zijn meest recente publicatie bespreekt en zijn inspiratiebronnen toont. Dit keer was de hoofdgast Maurice van Es. Zijn foto’s gaan over momenten en over de onmogelijkheid van fotografie. Wat leg je eigenlijk vast als je een foto maakt? Iets dat voorbij is. Alle fotografie is post mortem fotografie. Maurice houdt het in eerste instantie dichtbij huis. Zijn puberende broer die telkens uit beeld loopt, een stapeltje handdoeken die zijn moeder heeft gemaakt, zijn vader die hem telkens weer op komt halen (zijn moeder wilde niet dat hij zijn rijbewijs haalde, vandaar). Hij citeerde Borges die in een voorwoord van een dichtbundel schrijft dat de scheidslijn tussen de schrijver en de lezer minimaal is en op toeval berust. Zo is ook Maurice toevallig de fotograaf en wij de toeschouwers. Daar is niets bijzonders aan, zo is het nou eenmaal gekomen.

Hij maakte ook een boek over het huis van Spaanse diplomaten. Het was bedoeld als herdenking aan hun tijd in Nederland. Hij kreeg van een dochter de sleutel van het huis en maakte foto’s van details, een muur, een deurknop een sleutelbos. Als je het boek ziet, dan denk je dat er een medium aan het werk is geweest. Iemand die met een talisman door het huis is geslopen en foto’s heeft gemaakt van vreemde plekken waar zich herinneringen hebben opgehoopt. Niet die van hemzelf, maar die van de vertrokken diplomaten. Een onmogelijke opdracht natuurlijk, maar Maurice laat zien dat het streven naar onmogelijkheid mooie dingen oplevert.