Zij: ‘Ik zei tegen Wilma, die Primark, dat is niks voor jouw. Maar we zeiden nou we gaan toch even kijken. Daar kan je dan voor twee of drie euro een kledingstuk kopen en er werken dus van die vrouwen met een stip, wat zeg je? Indiërs? Nee, het waren hoe heet het… '
hij: ' Indiers ?'
zij: 'Nee, het ligt op het puntje van m'n tong.'
hij: Bengali? Pakistanen?'
Zij:'Pakistanen, precies. Nou slavernij bestaat dus nog gewoon. Want die vrouwen staan daar de hele dag kleren op te vouwen voor helemaal niks natuurlijk. Maar Wilma keek er dus naar en zei je hebt gelijk dit is niks voor mij. Dat dacht ik dus al want zij kleed zich altijd zo modieus. Vrouwen die dure kleren kopen zijn volgens mij heel onzeker. Ze laten hun gevoel sterk afhangen van wat ze aanhebben. Nou daar heb ik geen last van. Soms maak ik dan een inschattingsfout en loop ik in een broek die tekort is, nou het zij zo. Daar maal ik niet om. Maak jij wel eens complimenten aan een vrouw?’
Hij: ‘Nooit, want daar worden ze afhankelijk van.’