zaterdag 18 april 2015

Anthropocene Kunst

Bruno Latour sprak vandaag in de stadsschouwburg van Utrecht over het Anthropocene. Niet echt een sprankelend verhaal. Zijn boeken zijn beter.
Hij citeerde Anna Tsing de hele tijd. Zij heeft schijnbaar over de paddenstoelencultuur geschreven waarvan we kunnen leren hoe je kan voortleven op dode materie. Tsing was er ook, maar kwam hakkelend voor het spreekgestoelte en wist eigenlijk niet wat ze moest zeggen. Verder had Latour het over 1610 als begin datum van het anthropocene. Niet zijn eigen idee zo lees ik op internet. Wetenschappers publiceerde deze maand vers onderzoek in de Scientific American. Ze stellen voor het anthropocene in 1610 te laten starten omdat in deze periode 50 miljoen indianen sterven aan de pokken overgebracht door de Europeanen. Hun land werd niet meer bewerkt en zodoende groeide er bomen die het carbon dioxide uit de lucht trokken. Dat was blijkbaar zo significant dat daardoor een temperatuur daling werd veroorzaakt die een kleine ijstijd in gang zette. Het ging vandaag ook over de wijze waarop kunst het thema van het anthropocene onder de aandacht brengt. Latour sprak zelfs over Nederlandse landschapschilders, maar noemde helaas niet de winterlandschappen van Hendrick Avercamp en Pieter Brueghel de Jonge. Iedereen weet dat die doeken zijn gemaakt tijdens een kleine ijstijd in het begin van de zeventiende eeuw. Nu weten we dat die ijstijd door menselijk handelen is veroorzaakt. Zodoende zijn Pieter Brueghel de Jonge en Hendrick Avercamp te beschouwen als de eerste anthropocene kunstenaars ter wereld.