Science fiction is een interessant, maar lastig genre. Vaak genoeg pakt het verkeerd uit. Denk aan de laatste Alien film. Hooggespannen verwachtingen werden niet waargemaakt. Het is een van die films waarvan de trailer beter is dan de film zelf. Als het dan toch om spektakel films gaat dan vond ik Gravity met Sandra Bullock toch een stuk interessanter. Alle spektakel dat plaatsvindt is gebaseerd op hedendaagse technologie. Bullock beweegt op een gegeven moment door de ruimte door zo’n poederblusser aan te zetten.
Een klassieker die de Nederlandse bioscopen nooit heeft gehaald is Gattaca. Een melancholische film over het verlangen naar de ruimte. Misschien is melancholie wel het belangrijkste ingrediënt van een goede sciencefiction. Ook het recente ‘Interstellar’ van Christopher Nolan druipt van de melancholie. Het ouderwetse en versleten interieur van de ruimteschepen draagt daaraan bij. Ook de meer intellectuele wetenschappelijke benadering waar de Russen doorgaans patent op hebben, wordt hier in volle glorie benut (de Russen zijn natuurlijk ook nog eens wereldkampioenen in de melancholie).
In Interstellar zit een mooie variatie op de thematiek van het buitenaardse wezen. Er worden berichten ontvangen vanuit de ruimte. Maar wij blijken het uiteindelijk zelf te zijn die berichten vanuit de toekomst naar de mensen terug in het verleden sturen. Toch slaat het bij tijd en wijle compleet dood. Gek is dat. Wat in een roman onacceptabel is wordt in de filmwereld getolereerd. Er staan een hoop spectaculaire beelden tegenover.