zondag 25 januari 2015

Kennis

Op een  parkeerterrein in de haven van Cotonou (Benin) pompt een klusjesman de banden van een tweedehands Volvo op.
In de NRC van dit weekend staat een interview met antropoloog Joost Beuving. Hij betoogt dat het goed is om naturalistisch onderzoek te blijven doen. Dat wil zeggen; anderhalf jaar tussen de mensen wonen die je onderzoekt. Observeren en hun verhalen noteren. Er is steeds minder geld voor dat type onderzoek. Men wil liever tendensen analyseren in grote hoeveelheden data. Maar, zo betoogt Beuving, je kan nooit precies weten wat die tendensen zijn als je niet ook onderzoek doet op de grond. Dat lijkt me een terechte analyse. Het vertrouwen op big data is vandaag de dag groter dan het vertrouwen op een verhaal over een gemeenschap. Steeds meer wetenschappelijk onderzoek vindt plaat volgens dezelfde riedel: ouderen met een groter sociaal netwerk hebben minder last van eenzaamheid dan ouderen met een klein netwerk. Significant jawel. Volgens Beuving staan de wetenschappelijke bladen er vol mee. Hij doet juist een pleidooi voor literaire elementen in wetenschappelijk onderzoek. Ik hoop dat zijn pleidooi navolging krijgt, maar ik ben bang van niet. De angst is groot voor niet kwantificeerbare kennis. Aan de andere kant is veel kennis die wel meetbaar is, eigenlijk helemaal geen kennis maar nutteloze data.