-->
Ik ben filosoof en als filosoof mijmer ik wel eens wat voor
me uit. De romanschrijver, zo denk ik wel eens, is een hartchirurg. Terwijl de
medische blik een vleeskaart van het menselijk lichaam maakt waarop alle sappige
karbonades zichtbaar zijn, daar is alleen de poëtische blik geschikt voor de
aangelegenheden van het hart. Het is de schrijver die vaak met gevaar voor
eigen leven in de ijzige dieptes afdaalt om zaken naar boven te halen die we
niet voor mogelijk hadden gehouden.
De dokter maakt mensen ten minste nog beter, roepen Henk en Ingrid vanuit uw binnenste.
Schrijvers zijn subsidie trekkende nietsnutten!
Misschien. Maar laat mij er nog dit over zeggen: Ook de schrijver voorziet in een
behoefte. Hij komt tegemoet aan een onstilbare honger naar het vulgaire en
weet die behoefte ook telkens weer op te wekken. Of om het met het personage
doctor Knock (een personage van de Franse schrijver Jules Romaine uit diens
toneelstuk Knock of de triomf van de geneeskunde in de vertaling van Hubert Lampo) te zeggen: “Een gezond
mens is eigenlijk iemand die nog niet voldoende is onderzocht. Daar ga ik
verandering in brengen want daar hebben de mensen recht op.”
Als iemand aan de schrijver vraagt waarom hij boeken
schrijft dan dient hij te zeggen: ‘daar hebben de mensen recht op.’