Om onduidelijke redenen kon ik
vannacht de slaap niet vatten. Het leek me dan ook nuttig om een middag dutje
te doen. Terwijl ik in een sluimerende halfslaap gleed, luisterde ik naar
bouwvakkers die ergens achter mijn huis bezig waren. Wat ze precies deden wist
ik niet, maar ik hoorde hun stemmen. De een gaf een balk aan die de ander op de
juiste plek moest plaatsen. Ik hoorde hoe ze iemand gedag zeiden die op de fiets
voorbij kwam. Er was nog een andere stem. Van een kind, vermoedelijk. Het zou een
vader kunnen zijn die langs reeds met een kind in een kinderzitje. Het kind
vroeg hem wat bouwvakkers precies deden. Een goeie vraag. Op dat moment kwamen de gedachtes
van het kind exact overeen met die van mij. We hoorden alleen hun stemmen en die waren opgewekt. Bouwvakkers
hadden leuk werk, zo concludeerde ik samen met het kind. Of om het nog weer anders te
zeggen: Als je als bouwvakker vandaag de dag werk hebt, dan heb je reden om
vrolijk te zijn.