woensdag 4 mei 2011

Bloemkool

Bij de koffie en thee winkel Inproc had ik vandaag een gesprekje met het meisjes dat altijd de Italiaanse espresso bonen voor mij inpakt. Mooi zwart glimmende bonen. Ze vertelde dat ze deze maand al haar bonnetjes gaat bewaren omdat ze wel eens wil weten wat ze uitgeeft aan boodschappen. Een interessante vraag, van de telefoonrekening weten we het doorgaans wel, maar van de boodschappen niet.  Iedere dinsdag gaat het koffiemeisje naar de markt. Zou ik ook moeten doen, maar ik kom meestal niet verder dan de avondwinkel wat overigens ook een beleving is. Laatst nog zei Henk, want zo heet hij geloof ik: vanmorgen stonden deze aardbeien nog op het veld. Henk weet: smaak zit niet op je tong, maar in je hoofd. Het koffiemeisje heeft ook een eigen groenteman, met groenteverhalen.  'Dat is zo’n man, een echte westlander’, zegt het koffiemeisje, 'dan vraag ik om bloemkool en dan vraagt hij wat voor bloemkool wil je, en dan zijn er dus verschillende soorten. Kijk ik heb een schitterend exemplaar voor je. Hij houd de bloemkool omhoog en vertelt dat er een vrouw bij hem komt die curry over de bloemkool doet. De groenteman krijgt bijna een rolberoerte als hij eraan denkt. Curry! Kun je het geloven? Zo’n schitterende bloemkool!'

Ik kon er niks aan doen, maar vanavond dacht ik aan de bloemkool. De twee minuten stilte, de twee minuten per jaar die bedoeld zijn voor de doden, hadden de vorm van een bloemkool aangenomen. Dat krijg je ervan als je niet naar  de tv kijkt, dan dringen zich onvermijdelijk andere beelden op. Toch had de bloemkool het wel verdient om herdacht te worden. 
Ik kan me nauwelijks de laatste keer herinneren dat  ik bloemkool heb gegeten. Misschien is dat wel bij oma geweest, jaren geleden. Zo dacht ik dus aan oma, mijn prive dode en aan haar bloemkool met kaassaus. Volgend jaar is de doperwt aan de beurt, de doperwt uit blik, ook zo'n groente die ergens aan de randen van mijn bewustzijn zweeft.