Vanmiddag had ik een interview met Monique Kremer over de
verbouwing van de Remonstrantse kerk in Groningen. Ik begreep uit haar verhaal dat de
Remonstrantse gemeente de kerk zelf al een paar keer had laten verbouwen. ‘ Ze zijn altijd zeer open geweest naar de wereld.' Zei Kremer hierover. Ze laat me foto’s zien.’In 1927
hadden de remonstranten een art
deco interieur laten maken, terwijl dat voor de rest in Groningen vrijwel
nergens voorkwam.' Sinds de jaren zestig hangt er een stuk ijzer in de kerkzaal
dat een beetje doet denken aan een autowrak. Het kunstwerk hangt op de plek waar je normaal gesproken een kruis zou verwachten. Sommigen zien er ook een Jezus in die op z'n kop hangt. Naar het schijnt zijn er heel wat protesten geweest tegen dit beeld. Zelfs voor sommige vrijgevochten remonstranten ging dit blijkbaar iets te ver. ' Toen we het tijdens de verbouwing hadden weggehaald waren het juist de grootste klagers die het hardst riepen dat het weer terug moest
komen.’ Zei Kremer. Ik kan me er wel iets bij voorstellen. Het lelijke is natuurlijk ook uitgesproken, het maakt iets in je los, en het is iets wat hoe dan ook je aandacht vast houdt. In de stilistische omgeving van de opgeknapte gerestaureerde kerk misstaat dit loodzware ijzeren gevaarte geheel niet.