Vanmiddag ben ik naar een rondleiding geweest in tentoonstellingsruime van Nest. Ik vond het tijd mij weer eens in het culturele leven van Den Haag te begeven. Het leuke aan de rondleiding was dat we werden behandeld als een schoolklasje. Wat zien we hier?, vroeg de academie studente bij een installatie van de Franse kunstenaar Romain Pellas bestaande uit schroot en puin met daar hoog boven slopenwijkhuisjes op dunne stelten. Iemand zei dat het haar deed denken aan pretparken die ook vaak op vuilnisbelten worden gebouwd. Een leuke associatie. Zelf moest ik vooral denken aan de wederopstanding van een beschaving na een verwoestende aardbeving. In de ruimte stond ook een maquette van Andre Kruysen. Over hem heb ik hier wel eens eerder geschreven. En ik weet nog steeds niet wat ik er mee moet. Het zijn optisch interessante werken omdat hij dingen uithaalt met het perspectief , maar tegelijkertijd mis ik ieder mysterie of verhaal dat kunst zo boeiend maakt. Dat vond ik weer wel terug in de lekkende beton kelder van net afgestudeerde kunstenaar Eelco Cornelis de Vries. De titel Unheimisch was voldoende aanleiding om over te steken naar de andere kant, weg uit de tentoonstellingsruimte de natte kelder in. Op de website van Andre Kruysen tref ik de volgende tekst: De spanning in zijn werk is gebaseerd op 't samengaan van constructivistische en deconstructivistische tendensen. Hij heeft het gelukkig niet zelf geschreven, maar alleen al van het begrip tendensen word ik een beetje misselijk. Daarbij komen ook nog eens de begrippen constructivisme en deconstructivisme voor in een zin. Het citaat heeft met terugwerkende kracht de kijkervaring verpest. Voor wie beter kan omgaan met moeilijke begrippen is er aankomende donderdag een Urban Talk in Nest met de deelnemende kunstenaars.