donderdag 27 januari 2011

Ode



Ik zit in de trein naar Groningen vanwegen de uitslag. Een meisje belt met iemand, ik zie haar niet, alleen haar stem komt uit een hoekje door de kieren van de zitting. Ze was super mono, ze kon niks. Zegt het meisje, er valt een pauze, ze luistert naar diegene aan de andere kant, waar dat ook moge zijn.  Jullie gaan zeker sushi eten met zijn allen. Jammer, ik wil Gijs wel ontmoeten om te kijken of hij wel bij Joyce past. Ze snappen het ook niet, nu moet je de hele tijd thuisblijven, zeggen ze dan. Wat is daar erg aan om een paar dagen thuis te blijven? Mijn tante snapt er niks van. Ik vroeg eerst wat ga je morgen doen?

De railcatering komt binnen. Een dikke jongen zegt dat hij Ewout heet. Hij heeft een rugzak met koffie bij zich. Ik bestel koffie en een chocolade reep. Star bucks koffie, fout. Fair trade Chocolade reep, goed. Vreemde combinatie. Morgen weten we wie de nieuwe stadsdichter van Groningen is. Dat is de uitslag waarnaar ik opweg ben. Ik heb me ook in de race gestort. Omdat ik denk dat het goed zou zijn voor Groningen als ik het word, omdat ik niet dicht, omdat ik geen consult zal houden maar mensen daarentegen wel ga achtervolgen, het liefst tot in de woonkamer. Ook weet ik zeker dat ze dat niet willen, dat ze mij niet willen omdat ze een stadsdichter zoeken en omdat ik niet dicht en ook niet ingeschreven sta in Groningen. Dat ik hier alleen soms ben, dat is niet voldoende voor de ambtenaren.  Maar je moet absurde wendingen van het lot een kans geven, daarom heb ik me aangemeld als kandidaat met een gedicht over een bedrijven terrein omdat ze m’n sollicitatiebrief niet wilden lezen waarin stond dat ik doorgaans geen gedichten schrijf. 



Dubbeldiep
Wie over lege straatjes van een kantorenpark rijdt
Wordt het soms bang te moede
Hier te moeten sterven op het strand van gebleekte kiezels
Maar er zijn heus ook dagen dat het beter is, minder vochtig ook
Je wilt dan van geen kinderlijkjes weten die
Achter loden deuren tot kunstmest worden vermalen
Het hart
Stroomt werkelijk vol van het besef
Een mens te zijn

Geef ons een bedrijventerrein – anytime –
liever nog dan de winkelstraat met babyspulletjes 
En de groteske geilheid van reusachtige borsten op de ramen van de Hunkermoller etalage
Daaronder een tekst: derde slipje gratis

We weten waar het vandaan komt
Balen met geperst ondergoed
Worden in loodsen
Door robotarmen op een rails
Dubbeldiep weggezet
Dubbeldiep in het semi-automatische bulkmagazijn aan de rand van de snelweg.