maandag 12 oktober 2009

SF00: Een babe dat was niks voor Patrick


De snelwegsafari is officieel nog niet van start gegaan, maar om in de stemming te komen zijn we gisteren wel alvast even naar een beurs gegaan om de snelwegfolklore op te snuiven. Deze beurs was in Rotterdam en had de naam 100% Tuning meegekregen. Dit is voor ingewijden gesneden koek maar ik heb het toch even opgezocht. Tuning is het Engelse woord voor afstemmen en ik kende het vooral van de radio. In dit geval ging het echter om het afstemmen van auto’s, maar zo begreep ik al snel, de muziek was bij dat afstemmen nooit ver weg. 100% tuning was typisch zo'n evenement voor en door autoliefhebbers. Als je geen autoliefhebber bent, of beter gezegd: als je niet iemand bent die voor z’n lol met glasvezelmatten in de weer gaat, of er van droomt z’n auto uit te rusten met hele blitse koplampen dan blijft het een moeilijk te doorgronden wereld.
De beurs was georganiseerd in Ahoy en bestond uit verschillende hallen met heel erg ‘gelikt spul’ en auto’s waar zo’n harde dreun uit kwam dan je onderbroek ervan trilde.
Sommige achterbakken deden denken aan negentiende eeuwse panorama’s. Er bleken complete werelden achter de klep schuil te gaan. Skeletten, schatkisten en donzige diertjes. Tussen de auto’s stonden de stands met ruitenwissers, achterlampen en vooral velgen. Ook was er een stand waar je zowel stickers kon kopen als tatoeages kon laten zetten. Zoals het een tijdje geleden nogal in was voor vrouwen om net boven de bil spleet van die tribal-achtige tatoeages te laten opvlammen, zo zijn het ook vooral tribal tattoos die de klok slaan bij autostickers.
De leukste hal was misschien wel de hal waar vooral veel mensen uit oost Europa hun wagens hadden geparkeerd. Die auto’s waren namelijk helemaal niet gelikt, eerder een beetje boers en sigeunerachtig. De mensen hadden het zich ook gemakkelijk gemaakt. Het was fascinerend om te zien wat zich juist tussen de auto's afspeelde. Aan campingtafeltjes werd worst gegeten en wijn gedronken. Ook zag ik twee Russen een potje schaak spelen. Bij sommige auto’s bladderde de verf er zelfs af of ze waren beschilderd met vurige hengsten of vogelspinnen. We waren een tijdje blijven staan bij een opel cadet die ons vooral opviel omdat iemand er een grote bak pepernoten voor had gezet. Een bleke, graat magere jongen, boog zich over de achterbak om te kijken wat voor geluidsinstallatie erin zat. ‘Is dit jouw auto?’ vroeg ik. Hij verstond me niet, hij kwam uit Zweden, maar het was niet zijn auto. Die van hem stond een eindje verderop. Ik vroeg hem of hij die aan ons wilde laten zien en dat wilde hij wel.
Het ging om een onopvallende blauwe BMW. De jongen heette Patrick Skogholm en hij vertelde dat hij voor 15000 euro aan de auto had verspijkerd. Wij zagen het er niet aan af. ‘ ik heb alles verstopt’, zei Patrick niet zonder trots.
‘maar gaat tuning niet ook een beetje om de show’ zei ik met een handgebaar om aan te geven dat ze beurs toch vooral een showbeurs was. Maar Patrick verklaarde dat dit de auto was waar hij iedere dag mee naar zijn werk ging en dan kon je het natuurlijk niet te gek maken. Zijn passie lag vooral bij de muziek: ‘Niet van die stamp muziek zoals hier verderop maar warme klanken.’
Ik keek nog eens goed naar Patrick. Hij had kort geknipt blond haar dat hij met een beetje gel naar achteren had gekamd. Verder zou ik hem onopvallend willen noemen. Hij deed me een beetje denken aan een ex vriendje van mijn zusje. Dat was ook een rustige ingetogen jongen geweest, die er achteraf een ongemeen grote passie voor auto’s op bleek na te houden. We hebben wel een half uur gepraat met Parick, hij vertelde ons over de verschillende categorieën waar die dag prijzen in te verdienen waren. Hij deed mee in de categorie geluid/muziek. We wilden nog vragen waar zijn babe was, veel auto eigenaren hadden namelijk zo'n dame om hun auto draaien om het publiek te hypnotiseren. Maar we durfde het niet aan hem te vragen. Een babe, dat was niks voor Patrick.