vrijdag 2 januari 2009

Zomaar wat flarden uit het oude en spliksplinternieuwe jaar

1ste kerstdag: De wanden waren versierd met verscheidene hooivorken in allerlei soorten en maten, er hing een tot poster formaat opgeblazen vergeelde foto van twee nors kijkende zeeuwen en op een vliering stonden tussen een slordig getimmerde stal een plastic koe en een plastic ezel wezenloos voor zich uit te staren. Een inrichting die de indruk moest wekken dat ik mijn dorade filer in een authentieken stal zat te eten. De vis was overigens prima. Later op de avond zat ik vol en nog weer later was ik uitgepraat.

2de kerstdag: Een van de ontwerpers van het plan tot overname van het ABN deel van de Fortis bank zei tegen mij dat het makkelijker was om voor Zalm te werken dan voor Bos:‘Bos is in tegenstelling tot Zalm een politicus, hij houdt ervan om te onderhandelen. Zalm was veel meer een recht door zee waardoor alle partijen wisten dat er bij hem niks te halen viel.Bos is veel vager, houdt van een bepaalde speelruimte. Hij is een man van het wisselgeld.’


Aardappels: Het oude vrouwtje vroeg zich hardop af hoe ik nou mijn aardappels (ze zei: ‘je aardappels’) kon eten zonder jus. Daar kon ze zich geen enkele voorstelling van maken. Aardappels eet je met groente en een stukje vlees, en ja, met jus natuurlijk.
Hierop kreeg ik spontaan een soort black out. Aardappels zonder jus, ik had er werkelijk geen idee van hoe dat eruit moest zien.

(later zou ik natuurlijk hebben gezegd: met rozemarijn en olijfolie in de oven en dan zou ik er misschien aan toevoegen dat ik dat van Jamie Oliver heb geleerd. Ik zou hebben gezegd dat ik Jamie zou raadplegen onder het kopje aardappels en dat Jamie je meestal aanmodigd met bewoordingen als 'gooi een handvol rozemarijn (nice and easy) over de aardappels (your patatos) een goeie scheut van de allerbeste olijfolie die je in huis hebt en dan de oven in (you want them nice and crunchy).’ Maar ja dat bedacht ik me jammer genoeg allemaal pas later, vooral dat ‘nice and crunchy’ had ik graag tegen dat omaatje gezegd.)


Oud en nieuw is een dwingend feest:
Je denkt: ik doe er niet aan mee ik ga om half een naar bed. Maar dan gaat de telefoon of je toch niet mee wilt doen aan een bescheiden feestje bij de buren. Je denkt: ach het kan geen kwaad, je neemt een paar slokken champagne wenst een aantal mensen gelukkig nieuwjaar en je taait af. Maar er bellen ook nog anderen die vragen wat je gaat doen met oud en nieuw en je zegt dat je bij de buren zit en de anderen vragen of ze er ook bij mogen zitten en je stelt het voor aan de buren, die dat wel een goed idee vinden. En daar zit je dan met een mannetje of vijf in de woonkamer van de buren waar eigenlijk niet gerookt mag worden, maar omdat het oud en nieuw is mag het wel voor een keer. Dus sommigen gaan los als doorgedraaide schoorstenen. Je denkt: shit, kan dat eigenlijk wel zoveel roken? Gaat dat niet in de gordijnen...En ondertussen steek je er zelf ook nog maar eentje op. Maar het blijft helemaal niet bij sigaretten er zijn nog meer genotsmiddelen meegebracht in de vorm van poeders en pillen (zijn er ook genotszalfjes?) en je denkt nog net als je je neus naar achteren gooit: ik moet naar bed. Maar dan is het twaalf uur en je slingerd elkaar de bekende cliches naar het hoofd terwijl je er twee paketten vuurwerk doorheen knalt en dan is er geen houden meer aan en je loopt maar naar de stad om te kijken of er nog iets open is. Er staat een hek om de grote markt, de entree is belachelijk hoog en je denkt: er is vast nog wel iets open. Je komt uit in een homokroeg waar je een paar biertjes drinkt, maar waar het je begint te duizelen van al het geknipoog en de gebarentaal lijkt wel een mimespel waar je niks van begrijpt en rond een uur of half vijf heb je het wel gehad, je gaat naar huis en komt natuurlijk nog op de valreep in een soort knokpartijtje terecht. Iemand geeft je een kopstoot en je lip ligt open want diegene die de kopstoot gaf was te klein om je neus te raken en je rent een eind weg om eventuele achtervolgers af te schudden en dan kom je thuis en gaat in bed liggen en je vraagt je af hoe het toch weer zover heeft kunnen komen, waarom het dit jaar net als het jaar ervoor, toch weer niet is geworden wat je had gehoopt.