Vanavond zag ik de openingsfilm van het Rotterdam
Architectuur film festival; ‘Concrete
love’. Het ging over de Böhm familie. De oude Gottfried Böhm, een belangrijke
naoorlogse architect en Pritzker
Prize winnaar, zei dat hij geïnspireerd was geraakt door het
gebombeerde Keulen. Hij vond het
eigenlijk wel mooi die grote puinhopen van steen die in de zomer gingen
bloeien. Daar kan ik me wel wat bij
voorstellen. De stad wordt ineens een landschap waar je doorheen kan dwalen.
Dat is natuurlijk ook een beetje het principe van de LeRoy tuinen.
De film gaat ook over de zoons en hoe het is om een beroemde
vader te hebben. Ik vond de tuinman wel leuk die in het bureau van Böhm werkte,
maar het leuker vond om buiten te werken. Daar kon hij tenminste gewoon nog
doen wat hij wilde en had hij niet met regeltjes te maken. De waarheid is
inderdaad dat de andere Böhms allemaal gefrustreerd waren. De een door het verliezen
van competities, de ander die bij de bouw van een moskee werd teruggefloten
door Ankara en de derde die in China ziet dat er een puinhoop van zijn ontwerp
wordt gemaakt. De tuinman knipt de heg en is gelukkig.