Gisteren sprak ik een Nehalennia priesteres. Nehalennia werd aanbeden in Zeeland in de Romeinse tijd, maar was afgeleid van een veel oudere natuurgodin. Denk aan vrouw holle. De priesteres vertelde me dat het tijdperk van de man tot een einde komt en dat we een nieuw tijdperk tegemoet gaan waar het mannelijke en vrouwelijke meer in evenwicht met elkaar staan.
Ze had visioenen in Zeeland. Ze voelde een ondergronds netwerk van energiebanen in Zeeuws Vlaanderen en ze had een visioen van een boer die met liefde een boon plantte en die boer zag hoe de boon begon te groeien, steeds groter, steeds hoger. En er maakte zich een kleinere versie van de boer los en die versie klom in de bonenstaak, steeds hoger en op een gegeven moment besloot hij een boontje te doppen. En hij wist zich gevoed. De priesteres zei dat die woorden tot haar kwamen. Het zich gevoed weten, is een essentiƫle zin volgens haar. Na even uitgerust te hebben daalde het kleine boertje weer af naar beneden en verenigde zich met de grote boer.
Ik vroeg of ze paddo’s had gebruikt. Daar kon ze wel om lachen, maar het was niet zo.
Dit soort visioenen zijn alleen weggelegd voor mensen die openstaan voor de energie van Nehalennia. Ik vraag me of of ze gelijk heeft, dat we naar een wereld toegaan waar het vrouwelijke en mannelijke meer in evenwicht komen. Het is in ieder geval een hoopgevende gedachte; we gaan ergens heen.