woensdag 6 mei 2015

Lokeend

Op de brede stoep, eigenlijk een pleintje, van de Banka straat,  trof ik Siena. Ze is een vriendin van mijn buurjongen en heeft niet veel meer te doen. Ze is zestig jaar en wandelt veel, op andere dagen hangt ze op straat. Net als ik overigens, als ik even achter de computer weg wil. Siena zat te praten met het oude vrouwtje van de winkel naast het Banka cafe. Het is niet echt een winkel. Als je erheen gaat, dan mag je je wel even komen kijken. Door de rotzooi kan je alleen niet naar binnen. Ze vraagt wat je wilt en dan zeg je bijvoorbeeld dat je wilt weten wat de houten lokeend kost, maar dan weet ze de prijs eigenlijk niet. Ze zegt dan steevast dat ze het aan haar dochter moet vragen en of je morgen even terug wilt komen. Het  pand zelf moet kapitalen waard zijn, hoewel de kozijnen volledig zijn weggerot. Er kwam iemand aangelopen die interesse had in de salonniere (een getrapte tafel met verschillende plateau's). ‘Moet je opletten,’ zei Siena,’gaat ze een absurd hoog bedrag vragen.’
De man ging snel weer terug naar het terras van het Banka cafe.Een paar honderd euro had hij blijkbaar niet over voor het gammele geval. 
‘Hieke, je moet die rotzooi gewoon weg doen voor 20 euro,’ zei Siena.
‘Wat ?’ vroeg het vrouwtje. Ze is 92 jaar.
‘Dat je die troep nooit kwijtraakt.’
Ik heb daar een tijdje gezeten in het zonnetje, naast Siena. We keken hoe Hieke rond scharrelde en her en der willekeurige mensen leek aan te spreken. Misschien kende ze die mensen wel, wie zal het zeggen.  Ze stak zomaar de weg over en keek niet goed waar ze liep. Het waaide keihard en wij hielden ons hart vast.  Ze heeft een bochel en kan haar hoofd niet goed draaien.  Het ging allemaal goed. 
'Kom ik breng je naar huis,' zei Siena. 
Een Duits echtpaar wilde nog weten wat de prijs was van een kapstok. ‘Misschien kunnen jullie morgen terugkomen,' zei Hieke en deed de deur op slot.