"Uber, the world’s largest taxi company, owns no vehicles. Facebook, the world’s most popular media owner, creates no content. Alibaba, the most valuable retailer, has no inventory. And Airbnb, the world’s largest accommodation provider, owns no real estate. Something interesting is happening.”
Dit schrijft Tom Goodwin in het artikel 'The Battle is for the Customer Interface'.
Volgens Goodwin gaat het om hele dunne laagjes software bovenop enorme waarde ketens (supply chains). Het is precies op dat service niveau waar het geld verdient wordt. De waarde zit hem tegenwoordig in de interface niet in de producten. Zodra ergens een app aan te pas komt, heet het ineens ‘smart’ en verdien je er twee keer zoveel aan.
Een bedrijf als Uber verdient miljoenen door autobezitters de kans te geven om hun eigen auto in te zetten als taxi. Toch is dit een hele slimme service die wezenlijk veel interessanter is dan facebook of twitter. Uber heeft er namelijk ook voor gezorgd dat iedereen zelfstandig ondernemer kan zijn. Bovendien wordt er werk van gemaakt om het bestaande autobestand maximaal te benutten, waarom zou je daar nog een extra taxi bestand aan toe willen voegen?
Als je kijkt naar twitter en facebook dan draait het meer om de vraag wie jouw icoontje kent.
De belangrijkste vorm van vastgoed is tegenwoordig je icoontje op een website. Eerst zorg je dat iedereen jouw nodig heeft, daarna ga je er geld mee verdienen. Wat dat betreft is het een goed gekozen woord: icoon. Het is iets wat we aanbidden.