maandag 25 mei 2015

Doopritueel

Vandaag was ik bij een doop. Volgens mijn moeder heb ik dat ‘spul’ ook op mijn hoofd gekregen. Aan dat woordje ‘spul’ kun je zien dat er ruis zit op de lijn tussen mijn moeder en God. Daar had de pastoor het ook over; ruis op de lijn. De ceremonie was interessant, al kon ik het haast niet serieus nemen. Dat had deels met het Nederlands te maken, denk ik. Met een katholieke ceremonie in Spanje of ItaliĆ« heb ik geen enkele moeite, het latijn helpt bij het handhaven van mysterie. Nederlands klinkt dan toch wat alledaags.
Desalniettemin was het een genoegen er bij te zijn. Niet in de laatste plaats door de pastoor, die zichtbaar plezier had in de rol die hij speelde. Ik meende in zijn gedragen stem een lichte ironie te ontwaren. Meerdere mensen viel dat op. Na afloop van een lezing die een van de vaders hield, zei de pastoor bijvoorbeeld met droge ogen, dat de lezing hem tot tranen toe had geroerd. Dat was erg grappig. Net alsof hij geheel volgens protocol een toneel tekst uitsprak zonder hier enige emotie in te leggen (dat vond ik juist goed, trouwnes).
Overigens was het kleine grut nog niet klaar na de plens met water. Want dat denk je dan als leek. Daarna werden de oortjes nog even gewassen en kreeg iedere baby een beetje zout op de tong. Tot slot zei de pastoor dar er iedere dag bij het slapen gaan een kruisje geslagen diende te worden. ‘Niet vergeten,’ voegde hij er aan toe. Dat moet toch ironie zijn geweest? Misschien dat hij ook nog knipoogde, maar dat kon ik op die afstand niet zien.