Twee dagen terug werd de lieve G middenin de nacht wakker, ze meende dat er een ruit werd ingegooid. Ikzelf had niets gehoord, maar ja, mijn waakzaamheid stond uit sinds ik een week lang met al mijn instincten op scherp in de duinen had geslapen. Dat had me redelijk uitgeput. De volgende ochtend bleek de glazen portiekdeur te zijn gemolesteerd. Ook de ruit van de onderbuurman was gebroken. Misschien was hij zijn sleutels soms vergeten? Pas die avond zagen we dat er een armbandje om onze deur hing en er lag ook een poppetje op d egrond.
Het armbandje was van Cup a Soup en er vie bovenstaande tekst op te lezen.
Dacht iemand dat hij ons een dienst had bewezen door de onderbuurman te intimideren, of werden wij hier zelf geïntimideerd ? Was het een vergissing? Moesten ze soms een ander adres hebben? Of heeft iemand teveel Cup a Soup gegeten. Vooralsnog beschouw ik het als een nieuwe vorm van sluipreclame.