We spraken Ton de Groot. Hij heeft
veertig jaar geleden een boot gekocht voor bedrijfsuitjes en is later
begonnen met het organiseren van wadloopexcursies. Hij groeide op in
Stroe en daar was vroeger geen riolering. Er was een een soort vijver
waar het op werd geloosd en die stond in verbinding met de zee en
met vloed spoelde het weer leeg. Het stikte daar volgens Ton altijd
van de paling. 'Als jongetjes van zes stonden we daar langs de
waterkant met een stokje en een spijker waar wat aas aan zat en daar
hapten ze op. Het stonk niet eens heel erg, al rook het er wel
apart.'
Volgens Ton is de zee veel te schoon
geworden en is de lage visstand daaraan te wijten.'Er is gewoon
niets meer te vreten.' Ook acht hij het niet onmogelijk dat de grote hoeveelheid
zeehonden er iets mee te maken hebben. ' De
zeehonden opvang in Pieterburen is nogal succesvol en ze zijn
hartsikke schattig, maar een zeehond eet al snel vier kilo vis per
dag, dus dat maal een slordige zevenduizend van die beesten, dat tikt
wel aan.'