Kaarten zijn abstracties van de werkelijkheid. Op de kaart zien we een mooie glooiende lijn; de holle rug van Noord en Zuid Holland. Wie er gaat lopen die weet wel beter. Het strand is geen gefixeerde wereld, hoezeer grote baggeraars ook het tegendeel proberen te bewijzen door telkens maar weer tonnen zand op te spuiten. Kustverdediging is een oorlog en zoals altijd bij oorlogen bestaat er grote oneindigheid over hoe die gevoerd moet worden. We zijn bij Den Helder aanbeland en we hebben gezien hoe het strand overging in een harde dijk. De strakke kaartlijn is hier letterlijk nagebootst in een kustlijn van asfalt. Wielrenners vinden het heerlijk. We zijn net op tijd om een marine schip te zien uitvaren. Die gaat op weg naar Somalië om piraten aan te pakken. Familieleden staan op de kade om de bemanning uit te zwaaien. Ik meen een moeder te zien zuchten. Een ober veegt een tafeltje schoon van het terras bij het restaurant Lands End. Hij recht even zijn rug om het oorlogsschip voorbij te zien varen. Wij kijken ook onwillekeurig want het is een plechtig moment.
'Ja die zijn nu vier maanden weg,' zegt
de ober. 'Maar die matrozen hebben niets te klagen hoor. Ze verdienen
ontzettend goed en dat allemaal van onze belastingcenten.' Ook bij
mij ontsnapt nu onwillekeurig een zucht. De belasting was na al die dagen lopen
een vage notie geworden, een abstractie die toebehoorde aan een andere wereld. We vervolgen onze weg, maar de rugzakken trekken
vandaag iets zwaarder aan onze ruggen dan de dagen ervoor.