donderdag 15 mei 2014

EED15: Afsluitdijk II

Wie met de auto de afsluitdijk overgaat ervaart het als een kaarsrechte weg, rechter dan dit wordt het bijna nergens in Nederland. De automobilist zal hem tot het einde moeten volgen alvorens weer de keuze te hebben tussen links en rechts. De wandelaar hoeft zich minder aan die rechte lijn te houden, tot op zekere hoogte kan hij de ruimte in. We komen op eilandjes met gras en dik begroeide heuvels waar crossbaantjes zijn aangelegd en bunkers staan. Lopen doen we onderaan de dijk, ons pad loopt soms onder water. Op zulke momenten gaan we de dijk op. We zijn een oude grenspaal tegengekomen. Die zie je niet als je in de auto zit. Het markeert de grens tussen Noord Holland en Friesland. We zagen ook vreemde verschijnselen. Toevallige monumenten van beton. Van een rechte lijn is geen sprake als je loopt. Het gaat langzaam, je voelt het aan je pezen als je te lang scheef over een dijk loopt, maar je hebt veel meer het gevoel alsof je in het landschap bent. Nu we aan de andere kant zijn, voelt het alsof we daar weer boven de grond zijn gekomen. Ja, hoe langer ik erover nadenk, des te meer ik ervan overtuigt raak dat we niet over de Afsluitdijk zijn gegaan, zoals de auto's dat doen, maar dat we er doorheen zijn gelopen. De automobilist zit in de auto en op de dijk en in het zicht van andere automobilisten. Met zijn allen zijn ze gevangen op de kaarsrechte baan van Friesland naar Noord Holland. De wandelaar, ondertussen, verdwijnt. Hij zoekt de waterkant op, ruikt de zee, krijgt natte voeten. Hij is alleen met de elementen.