Vandaag heb ik een kijkje genomen in het douane- en belastingmuseum in Rotterdam. De directeur had me uitgenodigd eens te komen kijken. De directeur was in bespreking, maar ik mocht wel rondkijken. Er waren attributen te zien, zoals brandijzers van verschillende steden die gebruikt werden om belastingontduikers te brandmerken. Eerst in het gezicht later, toen het regime wat milder werd, op de rug. Wat ik ook leuk vond waren alle tolwegen die je had. Dat zou wel weer wat zijn voor de huidige tijd. Dat je het onderhoud uit handen geeft aan partikulieren en die mogen dan tolheffen. Het levert werkgelegenheid op en past mooi in de decentralisering waar de overheid naar streeft. Een leuk museum. Ik moest ook denken aan die slogan van de belastingdienst: Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker.Hoewel de douane technisch onder de belastingdienst valt, past die slogan eigenlijk minder goed op hun werkzaamheden. Douaniers houden zich namelijk vooral bezig met het pesten van vliegtuigpassagiers. Ze dwingen mensen zich uit te kleden en doen ook nog eens alsof dat belangrijk is. Het slikkerstoilet was een van de hoogtepunten van het museum. Het is een toilet om bolletjeslikkers van hun lading te scheiden. Eigenlijk lijkt de douanebeambte op dat moment nog het meeste op een dokter. Hij bestudeert de ontlasting van de passagiers en checkt of er wellicht lichaamsvreemde stoffen in worden aangetroffen.