zaterdag 8 maart 2014

Compost

Als Francis Bacon geen kunstenaar was geworden dan zou hij een crimineel zijn. Ik kan daar goed inkomen. Kunstenaars zijn eigenlijk ook bijna criminelen, ze onttrekken zich ten slotte aan het bestaande systeem en willen (op de een of andere manier) choqueren. Ze worden gewantrouwd totdat ze zijn doorgedrongen tot het establishment, dan worden ze gelauwerd zoals Al Capone gelauwerd werd, de kunstenaar als geniale oplichter. Overigens is Bacon een tijdje een fanatieke gokker geweest en heeft hij in de jaren veertig al zijn vroegere werk vernietigd. Het vernietigen van kunstwerken is wellicht ook een criminele daad, ook al zijn het zijn eigen werken.
Verontrustend kun je zijn werk wel noemen. Ik was in de nieuwe kerk in Amsterdam vandaag waar het drieluik over zijn geliefde George Dyer hangt. Het middenstuk toont een trappenhuis waar je als toeschouwer bijna zeebenen van krijgt. Alles is er schots en scheef. Gewelddadigheid en frustratie en de onmacht om het leven naar je hand te zetten, dat is wat ik in zijn schilderijen zie. Het vlees is elastisch en gaat alle kanten op en het degenereert langzaam. ‘ I’m optimistic about nothing,’ zei Bacon ooit in een BBC interview. Daarmee bedoelde hij overigens dat hij als optimist geboren is. Ook noemt hij zichzelf casino compost, omdat hij altijd verliest in het casino en daar groeien ze van