Gisteren was ik bij een concert van een vriendin (Martha Jane Settler). Het was er nog niet eerder van gekomen naar een concert van haar te gaan. Mijn concertbezoeken blijven vaak hangen bij goede voornemens. Tot gisteren dus en ik werd aangenaam verrast. De gepekelde stem van Martha Jane Settler sleurde mij uit een sluimerende lethargie. Ze werd begeleid op de snaren door de vingervlugge Maarten van der Grinten en drummer Boudewijn Bauw. De vermaarde jazzgitarist Van der Grinten groeide op het podium uit tot een ware pop artiest die het uiterste uit zijn gitaar wist te halen. Ondertussen transformeerde het publiek van een zittende massa vlees tot een heupwiegende menigte. Ik heb een theorie over het opleven: De schokgolf van het optreden penetreert het lichaam als een kogel en laadt deze op met energie. Ofwel je sterft ofwel je wordt onsterfelijk, zolang het optreden duurt. Misschien klinkt dit alles als wartaal, maar vind je het gek met muziek dat wordt omschreven als ‘country grunge met een snufje voodoo’.