maandag 8 april 2013

Straatkrant

Albert Heijn 
Er staat een man bij de ingang van de Albert Heijn met een warme jas aan. Hij is vriendelijk tegen iedereen, ik meen zelfs een bijna serene glimlach rond zijn lippen te ontwaren. Die man is gelukkiger dan ik, denk ik altijd als ik hem zie. Ik vraag me af: Waarom is hij zo aardig, terwijl ik nog nooit een straatkrant bij hem heb gekocht? Het is een wedstrijd geworden, zo voelt het wel althans. Telkens als ik naar de Albert Heijn ga dan moet ik me weer opladen voor de vriendelijke begroeting. Bij de kassa vind ik dat nooit een probleem. De verhoudingen tussen mij en de caissière zijn duidelijk. Bij hem vind ik het moeilijk. Ik wil ook niet dat hij me helpt. Hij pakte eens een krant op die was gevallen. Meteen voel ik me dan schuldig dat ik dat blad niet van hem koop. Maar hoe aardig en vriendelijk hij ook is, ik ben niet van plan eraan toe te geven. Ik zal nooit een straatkrant bij hem kopen. Dan ga ik nog liever naar een andere Albert Heijn. Ik heb geen idee waarom dit zo is. Noem het principes. Er is iets fundamenteel mis met mij.