Vanavond heb ik met de lieve G de nieuwe Woody Allen film
‘To Rome with Love’ gezien. Ze had net daarvoor in de simulator van de
rijschool gezeten. De simulator sprak na afloop de woorden: U leert minder snel dan gemiddeld.
'Het is maar een computer,' zei ik.
'Er zaten daar allemaal achttien jarigen die het geweldig deden, ik stond voor schut.'
Ik vroeg haar waarom ze nog in een simulator moest als ze al de weg op was geweest. Daarop wist ze het antwoord niet.
'Het is maar een computer,' zei ik.
'Er zaten daar allemaal achttien jarigen die het geweldig deden, ik stond voor schut.'
Ik vroeg haar waarom ze nog in een simulator moest als ze al de weg op was geweest. Daarop wist ze het antwoord niet.
'mensen schijnen zo'n beetje af te rijden in dat ding.'
In de toekomst zal autorijden wellicht ook steeds meer gaan lijken op een simulator. Je kijkt dan via een scherm op de weg.
De film was vermakelijk, maar was misschien wat druk wat betreft
verhaallijnen. Het hadden er wat minder kunnen zijn, vooral Alec Baldwin als
het geweten van een architectuurstudent, of als een oude architect die zijn eigen
zondes overdenkt, had voor ons niet gehoeven. Iemand was aan het koken in de
film. Toen ze de tweede fles wijn in de tomatensaus goot zei ze dat het niet de
bedoeling was dat de saus al te subtiel zou smaken. Het is
een film die gaat over beroemd zijn en projecties van anderen op beroemde mensen. En het ging natuurlijk over relaties, zoals altijd bij Woody Allen. Een vermakelijke film, maar uiteindelijk zat er wat teveel wijn door de saus.